Fig. 6. Benodigd aantal betonblokken voor het op bouwen van de dam en voor herstel van schade bij stormen met een overschrijdingsfrequentie van 0,01 (bovenste twee lijnen) en 0,1 (de twee lijnen daaronder) per zomerhalfjaar Fig. 7. Kosten van de opbouw en van herstel van schade aan de dam. De lijnen beduiden, van boven naar beneden: 1 Kosten van aanleg en herstel bij een storm met frequentie 0,01, inbegrepen de indirecte schade. 2 Kosten van aanleg en herstel bij een storm met frequentie 0,01 en golfperiode 7 sec. 3 Kosten bij niet optreden van schade. 4 Kosten van aanleg en herstel bij een storm met frequentie 0,1 en golfperiode 4 sec. 5 Kosten van de aanmaak der betonblokken. van 2,25 m met golfperioden van respectievelijk 4 en 7 sec. werd aangenomen. Op deze wijze werd een viertal randvoorwaarden gevonden waarbij de schade kon worden vast gesteld. Het totaal aantal benodigde blokken bestaat nu uit een hoeveelheid vereist voor het op bouwen van de dam tot het vereiste profiel, en een hoeveelheid benodigd voor het her stel van de eventuele schade. Voor ieder der vier ontwerpcriteria kan in een diagram een lijn worden geconstrueerd, waarbij op de horizontale as de kruinhoogte van de dam en op de verticale as het aantal blokken nodig voor de initiële bouw en voor eventueel herstel kan worden afgelezen. Figuur 6 laat zien tot wat voor diagram men dan komt. Hierbij is de schade aan een dam met kruin op N.A.P. 3,25 m niet door proeven be paald, maar is het gemiddelde aangenomen van de schaden aan kaden van 2,5 m en 4 m boven N.A.P. Op de verticale as kan ook het geldbedrag worden uitgezet dat nodig is voor het maken, transporteren en verwerken van de blokken met de kabelbaan. In figuur 7 is dit gedaan voor een lage zomerstorm met golven van 4 sec. en een hoge storm met golven van 7 sec. "iAM VEftl* 414

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1969 | | pagina 24