Bij de totale kosten moet nog de grootte worden gerekend van de te verwachten in
directe schade, voornamelijk wel de schade welke ontstaat door stilstand in het zand-
bedrijf. In het diagram kan ook de lijn nog worden uitgezet die de totale kosten aan
geeft, indien de schade niet optreedt. De kans hierop is namelijk veel groter dan de kans
op belangrijke schade. Als er geen schade optreedt moeten de kosten van het trans
port van de reserveblokken van het Haringvliet naar het Brouwershavensche Gat als
kostenfactor in beschouwing worden genomen. Uit figuur 7 kan de conclusie worden
getrokken, dat het onder de gedane veronderstellingen geen economische voordelen biedt
de dam hoger dan 2,5 m boven N.A.P. op te trekken, omdat in alle gevallen de kosten
zullen stijgen naarmate men de kruin hoger legt.
Bij een dam met een kruinhoogte van N.A.P. 2,5 m wordt de hoeveelheid blokken in
het theoretisch profiel berekend op 75 000 blokken. Daarbij is uitgegaan van taluds met
een helling van 1 1 en een holle-ruimtepercentage van 40.
Het werkelijk nodige aantal blokken kan om een aantal redenen hoger liggen dan de
hoeveelheid die uit het theoretisch profiel volgt. Men houdt namelijk rekening met de
volgende praktische vermeerdering. Voor zetting 5%, voor breuk 10%, voor flauwere
taluds 12% en als onvoorzien bijvoorbeeld een lagere aanlegbasis van de dam in het
zuidelijk deel van het sluitgat, of afwijkende holleruimte-percentages 10%. Samen ver
hogen deze vermeerderingen de hoeveelheid van 75 000 blokken voor het theoretische
profiel met 37%, dus tot 105 000 blokken. Stelt men de schade bij een zomerstormvloed-
stand met een overschrijdingsfrequentie van 0,01 op 25 000 blokken, dan komt men bij
een kruin op N.A.P. 2,5 m tot een benodigde hoeveelheid blokken van 130 000 stuks.
Daar de ervaring bij de uitvoering van Deltawerken heeft geleerd dat het werken aan
een dam met een kruin op N.A.P. 2,5 m toch wel moeilijkheden kan geven, bestaat er
een zekere voorkeur om de kruin wat hoger op te trekken, b.v. tot N.A.P. 3 m. Dan
moet men rekenen op een benodigde hoeveelheid blokken van 140 000 stuks. Dat aantai
vormt dan de definitieve uitkomst van de hoeveelheidsberekeningen voor de afsluiting
van het Rak van Scheelhoek.
415