Het aanbrengen van een bodembescherming van asfalt in het zuidelijk sluitgat van het Brouwershavensche Gat Het onderzoek dat bij de voorbereiding van de sluiting van het Brouwershavensche Gat werd ingesteld ter bepaling van de grootte en de samenstelling van de in het zuidelijke sluitgat aan te brengen bodembescherming, leidde tot de conclusie dat een deel van de bodem aldaar in plaats van met traditionele rijshouten zinkstukken zou kunnen worden beschermd met een laag gietasfalt. Op grond van waterloopkundige studies werd vast gesteld dat een bodemtapijt van gietasfalt hier 30 cm dik zou moeten zijn en zou moeten worden bestort met 300 kg stortsteen 10/60 kg per m2. In dit artikel zal het aanbrengen van deze asfaltmastiekverdediging met behulp van het nieuw gebouwde asfaltschip 'Jan Heymans' worden besproken. Over het bovenbedoelde ontwerp alsook over het asfalt schip kan men lezen in de Driemaandelijkse Berichten nrs. 39, 40 en 43 (januari en mei 1967 en januari 1968). Met de bouw van de 'Jan Heymans' was men medio mei 1968 gereed gekomen; op 20 mei werd het schip naar het Haringvliet gebracht. Daar zijn, nadat de apparatuur beproefd was, twee stroken asfalt gelegd; vervolgens werd een proefvlak gelegd in de Wes- terschelde op de slikken voor de Zimmermanpolder. De 'Jan Heymans' was uitgerust met een elektronisch plaatsbepalingssysteem zoals be schreven in het Driemaandelijks Bericht nr. 41 (augustus 1967). Later werd besloten het schip bovendien te voorzien van tellurometers die de afstand tot een vast punt bepalen door de tijd te meten die verloopt tussen het uitzenden van een signaal en het daarna ontvangen van de door het vaste reflecterende punt teruggekaatste echo. Gedachtig aan de in het Haringvliet opgedane ervaringen verzwaarde men de voor- en achterankers van het asfaltschip. Gedurende de werkzaamheden in het Brouwershaven sche Gat bestond de zijverankering uit vier aangepaste klipankers van 2450 kg elk, en de voor- en achterverankering uit Danforth ankers van 4600 kg elk. Toen met het aan brengen van de asfaltbodembescherming in het Brouwershavensche Gat werd begon nen, was de uit rijshouten zinkstukken bestaande bezinking langs de oevers van het sluit gat, langs de randen van het bezinkingsveld en op de noordelijke helft van de drempel reeds aangebracht. Op het zuidelijk gedeelte van de drempel werden de rijshouten zink stukken pas aangebracht nadat de asfaltbescherming was gelegd, omdat dit gebied eerst moest worden gebruikt voor het uitzetten van de ankers van het asfaltschip. De met een asfaltlaag te beleggen oostelijke en westelijke strook van het bezinkveld werden elk in de lengterichting in vakken verdeeld, zodanig dat elk vak zonder of met 416

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1969 | | pagina 26