bevelandse oever. Om daaromtrent zekerheid te verkrijgen dienden ook hier proeven
uitgevoerd te worden, waartoe het uitgestrekte buitendijkse gebied zich bij uitstek leende.
In nauw overleg met diverse instanties werd een proefprogramma opgesteld. De plaats,
waar de springstoffen zouden worden aangebracht en de omvang van de ladingen wer
den zodanig vastgesteld, dat de in de grond opgewekte trillingen ter plaatse van de zee
wering en de steile oever van de Roompot geen evenwichtsverstoringen konden op
wekken. De afstand tot de hoogwaterkering bedroeg 120 m en tot het steile talud van de
Roompot zelfs 600 m. Het maaiveld ligt in het proefgebied ongeveer op N.A.P., zodat bij
het uitvoeren van de metingen rekening moest worden gehouden met de getijbeweging.
Aan de metingen werkten mee het Laboratorium voor Grondmechanica te Delft, het
Shell Exploratie en Produktie Laboratorium te Rijswijk en de Rijkswaterstaat.
Het meetprogramma
De dynamische verschijnselen die bij een ontploffing optreden spelen zich af in onder
delen van een seconde. De opnemers en de registratie-apparatuur die bij een proefneming
als deze worden gebruikt moeten dan ook precies op het juiste ogenblik in werking ge
steld worden. Mocht hierbij een enkel onderdeel haperen, dan zou althans voor wat be
treft het vastleggen van de dynamische verschijnselen, de proef als mislukt moeten wor
den beschouwd. Om dit risico zoveel mogelijk te beperken, omvatte het programma twee
proeven. De eerste proef werd vastgesteld op 8 november 1967 om ca. één uur 's middags
tijdens laagwater. De tweede proef vond plaats op 15 november, een week later dus,
eveneens tijdens het laagwater, dat toen omstreeks acht uur 's morgens viel. In de week
die tussen de twee proeven verliep, was het mogelijk de resultaten van de eerste proef
globaal te interpreteren en aan de hand daarvan de te volgen werkwijze voor de tweede
proef vast te stellen. Tevens kon er dan nog een wijziging in de zwaarte van de spring
lading worden aangebracht, wanneer uit geringe zakking van het maaiveld mocht
blijken, dat de lading van de eerste proef slechts een geringe verdichting had veroor
zaakt.
Situatie van het meetgebied
425