De bouw van een model De ruwheid van de bodem wordt nagebootst met metalen staafjes tussen de verschijnselen in de werkelijkheid en in het model bepalen zijn de oppervlakte- schaal, de diepteschaal en de tijdschaal. Verder moet in het model eventueel ook nog de schaal van het al of niet zwevend bodemmateriaal worden vastgesteld. Het vaststellen der schaalfactoren heeft zekere voor de hand liggende, doch verstrekkende consequen ties. Wanneer alle afmetingen met een zelfde schaalfactor n worden vermenigvuldigd, dan is de schaalfactor van alle oppervlakken het kwadraat van die factor, n2, en die van alle volumina de derde macht ervan, n3. Een ander voorbeeld: wanneer als schaal factor van de afmetingen nj en als schaalfactor voor de tijd nt is gekozen, dan is de factor voor de snelheid (afgelegde weg per tijdseenheid) het quotiënt van beide vorige: r>i nt terwijl die voor de versnelling (verandering van snelheid per tijdseenheid) dan is bepaald door na x— nt Om in een model de waterbeweging op schaal te kunnen nabootsen, is de voorwaarde van geometrische gelijkvormigheid, dat wil zeggen dat diepte-, lengte- en breedteschaal van het model dezelfde zijn, niet voldoende. 398

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1969 | | pagina 8