Plattegrond van het bouwdok met de caissons. De
caissons zijn genummerd naar de volgorde van
uitvaren
Vooral bij de eerste plaatsingen was de afstand tussen de zinkplaats en de meetvlet
nogal groot; daarom werd gebruik gemaakt van een tweede meetvlet, die zo dicht
mogelijk bij de af te zinken caisson op dezelfde diepte en met de dezelfde tijdinterval de
snelheden registreerde. Deze vlet werd alleen ingezet tijdens een plaatsing, en wel vanaf
drie uur vóór de kentering. Uit vergelijking der metingen bleek dat er aanzienlijke ver
schillen voorkwamen tussen het midden van het sluitgat en nabij de landhoofden, zowel
wat betreft de snelheden als het tijdstip van kentering. Tevens bleek dat de metingen
ernstig kunnen worden verstoord door het schroefwater van de sleepboten, zelfs nog op
afstanden van 75 a 100 meter.
Nadat de twee landhoofdcaissons en drie van de doorlaatcaissons waren geplaatst,
was het overblijvende sluitgat zo nauw geworden dat de posities van de beide meet-
vletten elkaar te dicht naderden om nog belangrijke verschillen te registreren. Daarom
werd de opstelling gewijzigd: de tweede vlet werd nu ongeveer 80 meter bovenstrooms
van de meetvlet in het sluitgat gelegd. Op die manier wilde men het verband bepalen
tussen de stroomsnelheden in deze twee punten. Zodra de laatste caisson zijn zinkplaats
naderde zou de meetvlet die op die plek lag immers moeten verdwijnen, en men wilde
dan toch een indruk hebben van de snelheden op de drempel.
Een zelfde werkwijze werd gevolgd met de meetbordessen die aan de reeds geplaatste
caissons aan weerszijden van het overblijvende sluitgat waren opgehangen. Deze op
stelling, waarmee de snelheid op de drempel in verscheidene punten tegelijk kon worden
waargenomen, heeft zijn nut overtuigend bewezen. Als gevolg van defecten in de appa
ratuur of door verstoringen van het beeld door de sleepboten werd zo nu en dan één der
meetpunten uitgeschakeld; dat heeft bij deze meetopstelling nimmer tot moeilijkheden
geleid.
Het plaatsingsschema in de praktijk
De ongunstige weersomstandigheden hebben belet dat de plaatsing der caissons de ge
hele sluiting door verliep overeenkomstig de volgorde en het tijdplan die het vooraf op
gestelde plaatsingsschema aangaf. Aanvankelijk werd met goed weer gewerkt, zodat, te
beginnen met de plaatsing van de landhoofdcaissons op 8 en 9 april, de caissons vol
gens het tijdschema en om en om aan de noord- en de zuidzijde van het sluitgat werden
afgezonken.
457