Voor het vormen van het scharnierpunt tussen de laatste aan dezelfde zijde afgezonken
caisson en de nog af te zinken caisson werd een lierdraad gebruikt die op een vaste,
van te voren bepaalde spanning van 4 of 6 ton kon worden afgesteld. Hierdoor werd
een flexibel vasthoudpunt gevormd dat uitermate goed heeft gefunctioneerd en waarmee
draadbreuk kon worden voorkomen.
Behalve bij het afzinken van de laatste caisson is de speling die in het tijdschema voor
kwam om eventuele vertragingen te kunnen opvangen, steeds ongebruikt gebleven, en
moest tussen het moment dat de caisson was ingedraaid en het sein 'afsluiters open'
ongeveer tien minuten worden gewacht. De caisson mocht pas met de kentering aan de
grond komen ten einde tijdens de zinkweg zo weinig mogelijk zijwaarts drukkende
krachten te ontmoeten, maar de reservetijd moest niettemin steeds in acht worden ge
nomen, om te voorkomen dat een gehele plaatsing bij onverwachte tegenslag zou moe
ten worden uitgesteld.
Het afzinken op de juiste plaats bleek het beste te verwezenlijken door de drijvende
caisson zo hard mogelijk tegen de reeds afgezonken caisson te drukken. Daartoe duwden
Stortsteen vult het laatst overgebleven gat
De stroom trekt door de nog openstaande door-
laatcaissons
464