Operationele begeleiding van de Deltar bij de afsluiting van het Volkerak
Reeds vanaf 1962 is het elektrisch analogon 'Deltar' in gebruik bij het onderzoek naar
de getijbeweging in het Deltagebied en de veranderingen die daarin optreden tenge
volge van waterstaatkundige ingrepen, zoals de afsluiting van zeearmen. Bij de af
sluiting van de zuidelijke Grevelingen in 1962, evenals bij de afsluiting van het Volkerak
in april van dit jaar, werd de Deltar bovendien operationeel ingeschakeld. Het is de be
doeling in dit artikel de betekenis van de Deltar toe te lichten bij het opstellen van
getijprognoses voor en tijdens de afsluiting van het Volkerak.
Men kan het werk dat de Deltar in dit verband heeft verricht in twee fasen verdelen.
Allereerst voerde het analogon een voorspelling op lange termijn uit van de getijbe
weging tijdens de sluitingsperiode van het Volkerak. Deze prognose werd geruime tijd
voor de eigenlijke afsluiting verstrekt, ten behoeve van het op te stellen tijdschema voor
de plaatsing van de doorlaatcaissons. Uitgangspunt bij deze voorspelling was de voor
spelling van het astronomisch getij ter plaatse van de getijstations op de rand van het te
beschouwen gebied te Stavenisse, Hellevoetsluis en Hoek van Holland, berekend uit 115
componenten, en de gemiddelde Rijn- en Maasafvoer over de maand april. Vervolgens
werd de Deltar in meer eigenlijke zin operationeel ingezet tijdens de sluiting van het Vol
kerak, waarbij dan rekening gehouden moest worden met de afwijkingen die normaliter
optreden tussen het berekende astronomische verticale getij ter plaatse van de genoemde
getijrandvoorwaardestations en het aldaar in werkelijkheid optredende en geregistreerde
getij. Deze afwijkingen worden eensdeels veroorzaakt door de windrichting en de wind
kracht, andersdeels door onvolkomenheden in de berekeningsmethode van de astronomi
sche getijden. Verder kunnen er verschillen optreden doordat de Rijn- en Maasafvoer af
wijkt van het gemiddelde waarvan voor de voorspelling op lange termijn werd uitgegaan,
en door onvoldoende kennis van de afvoer- en verliescoëfficiënten van het sluitgat en de
caissons. In het navolgende wordt de voorspellingstechniek meer in detail behandeld.
De opzet van de Deltar-proeven
Het gebied waarvan de Deltar de getijbeweging met elektrische stromen nabootst, om
vat de wateren van het Deltagebied met inbegrip van de bovenrivieren Lek-Nederrijn,
468