Overzicht van de voorgenomen en uitgevoerde caissonplaatsingen in het Volkerak treffende Deltagebied. Ook kwamen daar elke morgen informaties binnen betreffende de Rijn-, Waal-, Nederrijn- en Maasafvoer. Bovendien was er een directe telefoonverbinding tussen het directiekantoor van de Deltadienst aan het Volkerak en de Deltarzaal in Den Haag. Deze verbinding werd enerzijds gebruikt voor het doorgeven van de informaties van de Deltar, met name de voorspelde kenteringstijden en snelheden, en anderzijds voor het overbrengen van waar nemingen in het sluitgat, zoals gemeten waterstanden en snelheden aan weerszijden van de drempel, die van belang waren voor de controle van de Deltar. Reeds gedurende de maanden januari tot en met maart 1969 waren de verbindingen met de getijrandvoorwaardestations tot stand gebracht, teneinde vooraf inzicht te verwerven in de verschillen die verwacht mochten worden tussen het voorspelde en het daar op tredend werkelijke tij. De windinvloed bleek, overeenkomstig de verwachtingen, de be langrijkste oorzaak te zijn van afwijkingen. Aangezien de wind vooral in ons land van grote invloed kan zijn op het natuurlijke getij, lag het voor de hand, gedurende de slui tingsoperatie zoveel mogelijk uit te gaan van de natuurgetijden. Dit is uiteraard niet mogelijk gedurende een beperkt aantal uren vóór het moment van sluiting. In die periode werd het voorspelde getij met 115 componenten als richtlijn gebruikt. Correcties daarop werden nog aangebracht aan de hand van geconstateerde afwijkingen tussen het voor spelde getij en het natuurgetij daaraan voorafgaande. Ten behoeve van hen die met de uitvoering van de sluitingsoperatie waren belast, werd een eerste gecorrigeerde voorspelling uitgegeven drie uur vóór het tijdstip van de vol gens de voorspelling op lange termijn verwachte hoogwaterkentering. Bij de verstrek king van dit gegeven werd ook het verloop van de snelheden in het sluitgat van drie uur vóór tot één uur na de kentering opgegeven; daarna werd nog een tweede voor spelling gegeven één uur voorafgaande aan de laatst verwachte tijd van hoogwater kentering, weer met het verloop van de snelheden van drie uur vóór tot één uur na de kentering. Bij het invoeren van de informaties betreffende de getijrandvoorwaarden moest een marge van vier getijden twee etmalen in de natuur, een half uur in de Deltar in acht worden genomen om inspeelverschijnselen van de Deltar te laten uit- dempen. Daar het vervaardigen van het laatste gedeelte van de ponsbanden, inclusief de controle, ook een half uur vergde, moesten de voorspelde waterstanden voor het eerste bericht gedurende ongeveer vijf uren worden gecorrigeerd, en voor het tweede bericht gedurende ongeveer drie uren. De daaraan voorafgaande waterstanden waren afkomstig van registraties van het natuurgetij. De eerste nadere voorspelling van de getijbeweging werd als volgt verkregen. De verschillen tussen de voorspelling en de registratie van het vorige getij werden op het actuele voorspelde getij gesuperponeerd, en wel zo dat de afstand tussen de lijnen van voorspeld en gecorrigeerd getij bij beide getijden steeds even groot was. Met het voortschrijden van de tijd werden de werkelijk opgetreden waterstanden bekend, en daarmee de verschillen tussen de werkelijkheid en de eerste verwachting. Op basis 475

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1969 | | pagina 29