De bodembeschrijver is echter uitgegroeid tot veel meer dan alleen maar een samen
koppeling van veertig echoloden. Bij het ontwerp van het registratietoestel heeft men
zich afgevraagd hoe op snelle wijze antwoord gegeven kan worden op de vragen uit de
praktijk en hoe de bestaande kaarten met een minimum aan werk gecorrigeerd zouden
kunnen worden.
Uitgaande van de praktische vraagstelling van de navigator heeft men het apparaat
zodanig ontworpen dat het ingesteld kan worden voor een zeker vlak beneden de water
spiegel, en daarna alle meetgegevens relateert aan dit instelvlak. De registratierol wordt
verdeeld in een linker en rechter helft, waarbij op de linker helft in verschillende nuances
zwart wordt aangetekend hoeveel ondieper de bodem is dan het instelniveau, terwijl op
de rechterzijde op dezelfde manier aangegeven wordt hoeveel dieper het is. Men ver
krijgt dus een kaart die een bodemstrook van twintig meter aan beide zijden van de
gevaren koerslijn tekent, niet met dieptelijnen, maar met kleine vlekjes. Aan de kleuren
van de vlekjes kan men, het instelniveau wetende, de diepte aflezen.
Het lood heeft twee meetbereiken, namelijk 0 tot 16 en 0 tot 32 meter. De zwarting-