De dijkverbetering, gezien van oost naar west.
Op de achtergrond de zeehaven Vlissingen-Oost
overhoogte bedroeg voor de aan Borssele aansluitende kruin van de dijk van de Van Cit-
terspolder, over een lengte van 1300 m, gemiddeld 80 cm en voor het overige deel van de
dijk gemiddeld 15 cm.
Op 19 april 1963 werd de versterking van het 2186 m lange dijkvak van de calamiteuze
polder Borssele door de Watekering aanbesteed. Het werd op 23 april 1963 gegund aan
de laagste inschrijver, de N.V. Zand Transport Maatschappij te Breda, voor een bedrag
van f2 871 000,—. In de aannemingssom was onder meer begrepen het leveren en ver
werken van 775 000 m3 zand en het verwerken van 131 400 m3 klei, waarvan 130 000 m3
uit het werk moest worden ontgraven. Voorts behoorde tot de te verrichten werken het
maken van 9800 m2 betonblokkenglooiing, waarvoor de materialen door de Water
kering ter beschikking van de aannemer werden gesteld. Bovendien moest 4200 m2 be
staande basalt- en Vilvoordse glooiing worden opgenomen en herzet, en over een opper
vlakte van 190 m2 een steenglooiing van Portugees graniet worden aangebracht. De eer
der vermelde steenstrook van straatklinkers had een oppervlakte van 3590 m2 en de
wegverhardingen een oppervlakte van ca. 9000 m2. Het werk, uitgevoerd onder directie
van de technische dienst van het waterschap, is op 1 juli 1966 geheel voltooid opgeleverd.
De Waterkering van de calamiteuze Borsselepolder heeft, vooruitlopend op de totstand
koming van een wettelijke bijdrageregeling, een overschot van 100 ontvangen op de
te zijner tijd te verlenen rijksbijdrage.
De versterking van de zeedijk van de Van Citterspolder en van het resterende gedeelte
zeedijk van de calamiteuze polder Borssele werd op 12 mei 1966 door het Waterschap
en de Waterkering aanbesteed en gegund aan de laagste inschrijvende N.V. Van Hattum
en Blankevoort te Beverwijk, voor f2 837 000,-. In de aannemingssom was onder meer
begrepen het leveren en verwerken van 630 000 m3 zand, het verwerken van 40 000 m3 in
het werk aanwezige zand en het ontgraven en verwerken van 133 000 m3 klei. Mede tot
de verplichtingen van de aannemer behorende het maken van 5000 m2 steenglooiing,
waarvan 3300 m2 van aanwezige steen en 1700 m2 van betonblokken, welke ter be
schikking van de aannemer werden gesteld.
Overigens moest door de aannemer het onder-buitenbeloop van de dijk langs het schor
tot een hoogte van N.A.P. 4 m, over een oppervlakte van 28 000 m 2, worden voorzien
van een winterkrammat, zulks in verband met het feit dat de dijk aldaar niet werd ver
dedigd, terwijl 10 650 m2 wegverharding moest worden aangebracht.
Het werk, dat eveneens is uitgevoerd onder directie van de technische dienst van het
waterschap, werd op 1 december 1967 voor de eerste maal opgeleverd; de eindoplevering
vond plaats op 1 juni 1968.
Van de aannemingssom kwam 14,18% voor rekening van de Waterkering en 85,82
ten laste van het Waterschap. Als voorschot op de te zijner tijd krachtens een nog tot
stand te brengen bijdrage-regeling te verlenen rijksbijdrage werd 100% van de kosten
van uitvoering aan de Waterkering vergoed en 75% van die kosten aan het Waterschap.
545