4 Fig. 2. Komberging van het gebied, als functie vaii de waterstand Fig. 3. De verdeling van de gemiddelde maximale snelheden in de verticalen over de breedte van het sluitgat vóór het begin van de afsluiting Fig. 4. Verloop van de maximale ebsnelheden in het sluitgat afhankelijk van het aantal geplaatste caissons fase, afzonderlijk berekend. Met behulp van deze getijconstanten kan een voorspelling van het astronomische verticale getij voor toekomstige dagen worden verkregen. De be paling van een groot aantal harmonische getijconstanten en het snel uitrekenen van een getijvoorspelling geschiedden op de Waterstaatscomputer. Als controle werd een bereken de getijperiode vergeleken met de waarnemingen. Het is namelijk de vraag of de afge leide componenten het getij in voldoende mate bepalen. De moeilijkheid is echter dat het getij mede beïnvloed wordt door meteorologische factoren, die een willekeurig karakter hebben. Ook daardoor treden verschillen op tussen berekening en waarneming. Treft men een verschil aan tussen de berekening en de waarneming van het verticale getij in een periode met onveranderlijke windrichting en windsnelheid, dan kan men daarin aan wijzingen vinden ten aanzien van de grootte der afwijkingen tussen berekening en wer kelijkheid. Op deze wijze werden de waarnemingen bewerkt van de tijdelijk geplaatste registrerende peilschaal bij de Engelsmanplaat, het dichtstbijzijnde waarnemingspunt bij de Noordzee. Dit waarnemingspunt lag op een afstand van ongeveer 9 km van het sluit gat nabij de uitmonding van de Zoutkamperlaag in het Friese Zeegat. Van dit station waren echter slechts waarnemingen over een half jaar beschikbaar. Uit de waarnemingen in de periode 7 mei tot 12 november 1968 werden totaal 122 harmonische getijcomponen ten berekend. Om een inzicht te kunnen verkrijgen in de verschillen tussen een getij analyse voor het Waddengebied uit een halfjaarlijkse en uit een heeljaarlijkse periode, werd hetzelfde aantal getijcomponenten over de genoemde halfjaarlijkse periode als ook over een periode van een heel jaar berekend voor de permanente getijstations te Terschelling en te Delfzijl. Na al dit voorbereidende werk werden getijberekeningen uitgevoerd voor de sluitings periode zelf, van 22 april tot 23 mei 1969. Voor iedere dag waarop de plaatsing van een of enkele caissons was voorzien, werd eerst een voorspelling opgesteld van het verticale getij en van het snelheidsverloop in het sluitgat, volgens de boven beschreven methode. Hierbij werd dan uitgegaan van het voorspelde getij aan de buitenzijde van het sluit gat, dat weer werd verkregen uit de voorspelling van het getij in zee bij de Engelsman plaat. De voorspelling van de hoog- en laagwaters en het verloop van het verticale getij gedurende de afsluitingsperiode in het getijstation Engelsmanplaat werden berekend aan de hand van getijcomponenten die verkregen waren uit de hiervoor genoemde analyse over een half jaar. Deze voorspellingen voor het station op de Engelsmanplaat werden 551

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1969 | | pagina 41