Q
1 Bovenaanzicht van de sluit- 3
dam in het Rak van Scheelhoek
2 Het laadterrein op het
plateau van Voorne
3 Het laadterrein op het noor
delijk Iandhoofd van de uit
wateringssluizen
4 De fasen van het stortbedrijf.
Onder de kust van Voorne wordt
in fase 1 tot en met 4 van twee
kabels gestort
Op elke oever worden ongeveer 70 000 stuks,
de heift van de gehele partij, opgeslagen. Op
het plateau van Voorne liggen in de onmiddel
lijke omgeving van het noordelijke laadstation
60 000 blokken gestapeld; de overige 10 000
stuks worden bij de werkhaven in Hellevoet-
sluis neergezet. Mocht een gedeelte van deze
10 000 stuks voor de sluiting nodig zijn, dan
kunnen ze met de inzet van iets meer trans-
portmaterieel met dezelfde frequentie onder
de kabelbaan gebracht worden.
De 70 000 blokken op de zuidelijke oever wor
den gestapeld op een terrein bij de vissers
haven in Stellendam. Op en bij het noordelijk
Iandhoofd van de uitwateringssluizen is te
weinig ruimte om de gehele voorraad te
plaatsen. De blokken worden dan ook via een
ruim twee kilometer lange aanvoerweg over
de schutsluis, het damvak Noord-Pampus en
de uitwateringssluizen naar het zuidelijke
laadstation gebracht. Aangezien de schutsluis
gepasseerd wordt via de lage ophaalbrug die
nogal dikwijls wordt geopend voor het
scheepsverkeer, kan het voorkomen dat de
transporten voor een geopende brug moeten
wachten. Om te voorkomen dat stagnaties in
de aanvoer zouden ontstaan is op het noorde
lijk Iandhoofd van de uitwateringssluizen een
bufferdepot nodig. Bij vertraagde aanvoer
vanuit Stellendam kan men dan zo lang blok
ken verwerken uit het bufferdepot.
Zoals reeds vermeld worden de gondels
zowel aan de noordzijde, op het plateau van
Voorne als aan de zuidkant, dat is het noorde
lijk Iandhoofd van de uitwateringssluizen, met
blokken beladen. De belading geschiedt in
het noorden onder de oostkabel en in het
zuiden onder de westkabel. Van elk van beide
VRACHTWAGENS
MVLEUGELMUUR NOORDELIJK LANDHOOFD
PLATEAU VOORNE
NOORD P'JLER
+300
10.00-
KRULSPRONG
17