1 Situatie van het te bouwen 1 werkeiland en van de zand- winningsgebieden loopkundig Laboratorium te De Voorst, nader onderzocht. Uit het onderzoek bleek dat er wat de stroom- snelheden betreft bij de aanleg geen moei lijkheden te verwachten zijn. Wel kwam naar voren dat het van belang is de kop zo noor delijk mogelijk te situeren; dit om het ont staan van een neer langs de kop en het op treden van aanzandingen in het sluitgat zoveel mogelijk te voorkomen. Daar er nog geen beslissing is genomen ten aanzien van de te volgen sluitmethodiek, en er dus ook nog geen zekerheid bestaat over de benodigde materiaalhoeveelheden, is be sloten het terrein over de gehele lengte van eiland en damvakgedeelte voorlopig aan te leggen op een hoogte van N.A.P. 7 m, zodat er in ieder geval voldoende ruimte is voor het opstapelen van betonblokken, het aan leggen van werkwegen en het opstellen van een kabelbaan. De opbouw van het verdere beloop en van de kruin blijft dus vooralsnog achterwege. De bekleding van het buiten beloop zal vanaf de bovenzijde van de be tonnen damwand op N.A.P. 1 m tot N.A.P. 6,50 m bestaan uit met gietasfalt gepene treerde stortsteen. Hoe dik deze bekleding worden moet is vastgesteld met behulp van een elektrisch analogon, waarmede de onder een gesloten bekleding te verwachten water drukken kunnen worden gemeten. Voor een beschrijving van deze onderzoekmethode ver wijzen we naar Driemaandelijks Bericht nr. 40 (mei 1967). Van de later aan te leggen 25 m brede buiten berm, die ontworpen is op een hoogte van N.A.P. 6,50 m, en die bekleed zal worden met asfaltbeton, wordt voorlopig slechts een strook van 6 meter breedte gemaakt, aan sluitend aan de glooiing van gepenetreerde stortsteen. Deze strook kan worden gebruikt als werk- en inspectieweg. Voor de bekleding van het binnenbeloop van het damvakgedeelte vanaf het teenschot tot een hoogte van N.A.P. 4 m zijn betonblok ken van 20 cm dik gekozen. Ze zullen worden geplaatst onder een helling van 1 4. Aan beide koppen zullen vanaf N.A.P. tot N.A.P. 3 m betonblokken van 30 cm dikte worden gebruikt. Daarboven zal een asfalt- bekleding worden aangebracht. Bij de teenconstructie aan de zeezijde werd besloten in plaats van de tegenwoordig veel gebruikte grindkorven met daarop aanslui tende gietasfaltslab een klassiek kraagstuk met zware steenbestorting toe te passen. Men verwacht namelijk dat voor het aan te leggen damvakgedeelte in de tot 1978 durende overgangsfase uitschuring en geulvorming zal plaatsvinden. Aan de daarbij optredende bodemvervorming past een klassiek stuk zich beter aan. Verder is bij de vaststelling van de plaats van de teenconstructie aan de zeezijde rekening gehouden met de eis dat de buiten berm plaatselijk breder moet worden uitge voerd in het belang van de later aan te leg gen op- en afrit langs het buitenbeloop van de dam. Men wil in de toekomst recreatie- verkeer mogelijk maken van de buiten- naar de binnenberm en omgekeerd. Tenslotte bleek uit de grondmechanische ver kenningen dat de ontworpen taluds stabiel zijn en dat geen gevaar voor grote zettingen of voor afschuivingen te vrezen valt. werkhoven Schelphoek "HAMMEN- zend win plaats^ ROGGENPLAAT zand win plaats ïgOHAAR VA'N ROGGENPLAAT' te maken M werkeiland lEELTJE JA NS ROOMPOT werkhoven Sophia NOORD BEVELAND SCHOUWEN 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1970 | | pagina 36