Enkele uitvoeringstechnische aspecten
Ter plaatse van het werkgebied varieert de
waterdiepte van N.A.P.-1 m tot ongeveer
N.A.P. -4 m, zodat er niet gedurende het
gehele getij met drijvend materieel kan wor
den gewerkt, temeer niet omdat het gebied
nogal aan directe golfaanval uit zee is bloot
gesteld.
De bodemfiguratie zal waarschijnlijk bepalend
zijn voor de werkrichting: men zal het liefst
willen werken van diep naar ondiep, dat wil
in dit geval zeggen van noord naar zuid.
Met het oog op de beperkte vaardiepte zal
moeten worden getracht zo snel mogelijk met
zand en mijnsteen een veilige hoogte te be
reiken, zodat men van dan af met rijdend
materieel de verdere uitvoering kan voort
zetten.
Voor de overslag van materialen zoals mijn-
steen, stortsteen en ingrediënten voor beton
dienen voorts zo spoedig mogelijk een of
meer loswallen nabij diep vaarwater ter
plaatse van het uit te voeren werk ter be
schikking te komen.
Om een indruk te geven van de omvang van
het werk kan een overzicht dienen van de
benodigde hoeveelheden materiaal.
Er is in totaal ca. 3,8 miljoen m3 zand nodig.
Bij de aanleg van de havens en de toegangs
geul komt 0,8 miljoen m3 vrij, dat rechtstreeks
in het werk geperst kan worden. De overige
3 miljoen m3 kunnen worden gewonnen uit
twee daarvoor aangewezen zandwinplaatsen.
De eerste daarvan bevindt zich aan de zuid
zijde van de Roggenplaat; het opgezogen
bodemmateriaal zal vandaar met bakken in
het werk worden gebracht; de vaarafstand
van de winplaats tot het werk bedraagt ge
middeld 2,5 km. Als tweede zandwinplaats is
een plek gekozen aan de zeezijde, op onge
veer 500 m ten westen van het werkeiland.
Aangenomen werd namelijk dat het inzetten
van een tweede bakkenbedrijf praktisch on
uitvoerbaar zou zijn vanwege het ontbreken
van de nodige ruimte, zodat een gedeelte van
het zand rechtstreeks in het werk moet wor
den geperst. En aangezien aan de oostzijde
van het werkeiland geen zand mag worden
gewonnen om het ontsluitingsplan van de
Neeltje Jansplaat niet in gevaar te brengen
of onmogelijk te maken, bleef voor de zand
winning slechts een plek aan de westzijde
over. Een nadeel van dit wingebied is de
onbeschutte ligging ervan, waarvan vooral het
drijvend gedeelte van de leiding hinder kan
ondervinden. De verdeling van de te winnen
zandhoeveelheden over de beide zandwin
plaatsen wordt overgelaten aan het inzicht
van de aannemer. Wel is de hoeveelheid zand
die gewonnen mag worden van de winplaats
in zee beperkt tot 2 miljoen m3.
Om het werk tijdig vóór het winterseizoen
1970/1971 tegen stormen bestand te maken
moet de zandproduktie 120 000 m3 per week
bedragen met een topproduktie van 300 000 m3
per week gedurende enkele weken. Het zal
daarom noodzakelijk zijn gedurende enige tijd
een dag- en nachtbedrijf of zelfs een vol-
continudienst in te stellen.
Aan mijnsteen is in totaal 300 000 ton nodig.
Naar schatting kan hiervan 90 000 ton door
een varend bedrijf worden aangebracht. De
resterende hoeveelheid van 210 000 ton zal
met een drijvende kraan bijvoorbeeld moeten
worden overgeslagen en vervolgens met
vrachtauto's worden getransporteerd.
Voor het bekleden van het buitentalud is ca.
23 000 ton lichte stortsteen nodig, die met
gietasfalt gepenetreerd zal worden.
In de beide stroomgeleidende dammen langs
de oostzijde van de te baggeren havenkom
dient 51 000 ton stortsteen 10-300 kg verwerkt
te worden. Voor de stroomgeleidende dam
aan de zeezijde zal voor het bereiken van de
vereiste stabiliteit tijdens zware golfbeweging
stortsteen 300-1000 kg worden gebruikt. Er
zal dan 7200 ton van deze zeer zware stort
steen nodig zijn. Rondom het werkeiland, de
schermdammen en het damvak zal in totaal
120 000 m2 bodembescherming moeten wor
den aangebracht, bestaande uit verschillende
typen zink- en kraagstukken. De bestorting
daarop zal 24 000 ton lichte en 56 600 ton
zware stortsteen vergen. Vooral de geringe
vaardiepte maakt het zinkwerk moeilijk en
kwetsbaar. Het feit dat de voortgang der
andere werkzaamheden geheel afhankelijk is
van het zinkwerk, maakt dit werkonderdeel
tot één der belangrijkste bedrijven van de
uitvoering; het zal dan ook veel aandacht
vergen van de aannemer. Tenslotte kan wor
den opgemerkt dat alle materialen behalve
het zand en dus ook de zinkstukken vanuit
de werkhaven Schelphoek naar het werk
moeten worden aangevoerd, langs een 10 km
lange vaarweg over diep en breed water dicht
bij zee, hetgeen de inzet van groot materieel
noodzakelijk zal maken.
36