GREVEL1NGEN HARINGVLIET Z'JAANZICHT VOOR AANZICHT +43.50 Z'JAANZICHT VOOR AANZICHT _i-_L I I - 33.OQ voudiger en goedkoper (zie Driemaandelijks Bericht nr. 45, augustus 1968). Met het oog op de daar later te maken vaste verankering voor de draagkabels is reeds tijdens de bouw van de uitwateringssluizen in het noordelijk landhoofd een tiental korte voorspankabels ingestort met een gezamen lijke breekkracht van ongeveer 2500 ton. Deze kabels zijn doorverbonden door een zwaar blok beton en lopen door de dubbele voetplaat van een ongeveer 13 ton zware gietstalen ankerstoel. Aan deze stoel zijn de beide in gietstalen kabelkousen gestoken draagkabels dubbel scharnierend bevestigd. De draagkabels staan onder een spanning van rond 300 ton, de verankeringen zijn be rekend op het 1J-voudige van deze krachten, totaal dus op 900 ton. Om te grote schuif- spanningen in de gietstalen stoel en in het betonwerk te voorkomen zijn de voorspan kabels die de stoel tegen het betonblok klemmen, met een totale kracht van 1000 ton aangespannen. Aan de noordzijde worden de kabels op spanning gehouden door twee contragewich ten van 300 ton, die in schachten verticaal kunnen bewegen en daarbij door wielen tegen rails worden geleid om draaien en ontwinden van de kabels te voorkomen. De hoekverandering van de kabels wordt bewerk stelligd door twee halve wielen van staal met een kromtestraal van 9 m, die steun vinden op de onderbouw door middel van tonlagers. De holle velgen langs de omtrek van de wiel- segmenten zijn voorzien van een hardhouten voering, waar de draagkabels over lopen. De kabels eindigen ook hier in kabelkousen, die scharnierend aan de contragewichten zijn bevestigd. Deze constructie wijkt dus af van 1 Pyloon van de kabelbaan over de Grevelingen en over het Haringvliet 2 De vaste verankering aan de zuidzijde van de kabelbaan over het Rak van Scheelhoek 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1970 | | pagina 8