zo gering mogelijk effect. Op deze wijze zijn de kleppen van de hydraulische apparatuur in de hijs- en stortbalk derhalve afgesteld. In de praktijk is gebleken dat enige afwijking van dit interval-schema door de gondelbeman ning niet als hinderlijk ondervonden wordt. Er is goede overeenstemming gebleken tussen theorie en praktijk, tussen de mathematische benadering, de resultaten van de schaal- proeven met het model en de uitkomsten van de metingen aan de werkelijke baan. Het is daarbij komen vast te staan dat de hinder voor de bemanning maatgevend is voor de toelaatbare opslingering, en niet de krachten die optreden in de constructie. Wat dit laatste betreft kan worden gesteld dat er zelfs geen ontoelaatbare spanningen in de kabelbaan constructie optreden wanneer een gondel on verhoopt zijn totale last van 10 ton ineens zou ■eft voor elk punt zijn eigen karakteristiek, aarbij niet alleen de grondtoon, maar ook e boventonen in meerdere of mindere mate vorden aangesproken. Men kan de kabelbaan <ot op zekere hoogte vergelijken met een naarinstrument, waarbij het aanslaan of ;,ukken van de snaar bewerkstelligd wordt door het afwerpen van de last. Een belangrijke term uit de differentiaalvergelijking is n.l. analoog aan die welke het bespelen van een harp beschrijft naar zijn mathematisch aspect. Het hier besproken onderzoek heeft zich dan ook gericht op de vraag op welke wijze en onder welk voorschrift de kabelbaan bespeeld moet worden om goed en veilig te werken. Eén van de uitkomsten daarvan is, dat de blokken moeten worden afgeworpen in tijdsverschillen van 3, 1 en 3 seconden; dan heeft de resonantie over het volle traject een laten vallen. Zelfs bij de kabelbaan van het Brouwershavensche Gat, waar motorgondel en last beide 15 ton wegen, zal het plotseling loslaten van de totale last geen catastrofale gevolgen hebben voor de constructie, omdat de meewerkende kabelmassa er voor zorgt dat de optredende versnelling niet de volle g maar slechts 0,8 g bedraagt. Overigens blijft het wenselijk deze extreme belastingen in de praktijk geen kans te geven om op te treden. De metingen aan de gereedgekomen kabel baan werden gecompleteerd door meting van de wrijving en de verplaatsingen van de kabels op de opleggingen en van de bij het berijden van de kabels en het afwerpen van de lasten optredende trillingen in de pylonen. De resultaten van deze metingen vormden geen aanleiding tot het nemen van speciale maatregelen. 65

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1970 | | pagina 11