F g. 3 Kustprofielen op drie rschillende plaatsen langs de k st van Delfland F g. 4 Verschil tussen de kust- p ofielen in één raai in zomer e winter f g. 5 Verschil tussen de kust- p ofielen in één raai bij kalme e ruwe zee F to De kust van Delfland tus- s n Kijkduin en Hoek van Hol- stellen welke profielveranderingen aan te-termijnvariaties kunnen worden toe- ohreven en hoe groot de veranderingen eten zijn om als veranderingen op lange nijn te kunnen worden aangemerkt, hier meer inzicht in te krijgen is in enwerking met het Hoogheemraadschap Delfland een onderzoek verricht langs de one kust. r de proefnemingen werden drie gebieden ekozen, een ter hoogte van km 112 bij ister, een bij km 108 te Ter Heide en een cm 98, ten noorden van Scheveningen. beide eerstgenoemde gebieden liggen en de Delflandse Hoofden; het laatste niet. k gebied werd in zes raaien gelood ewaterpast en wel in vier jaar tijd 24 keer. profiel werden met hoogteïntervallen van de afstanden getabelleerd vanaf een punt op de kust tot de dieptelijnen van P. 3 m, N.A.P. 2 m enzovoort tot P. - 10 m. In het brandingsgebied, waar <er-ruggen voorkomen, werd alleen de :ste afstand van de dieptelijnen tot de ijn genomen, Voor één raai per gebied deze gegevens grafisch weergegeven iguur 2. Per gebied en per raai zijn 24 series van deze afstandsbepalingen tot onderscheiden dieptelijnen beschikbaar, ze 24 series kunnen volgens verschillende ieria worden samengevoegd in groepen. >r het doel van het hier beschreven onder- k werd een verdeling gemaakt naar jaar opname, seizoen van opname (zomer of ter) en naar windomstandigheden name na stormperiode dan wel na rustig er). behulp van statistische methoden werd r elke dieptelijn nagegaan of de waar-

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1970 | | pagina 31