week en 50 weken per jaar. Aangenomen
werd dat de intensiteit van het gebruik na
4 jaar zou afnemen, omdat de werken in dit
gebied dan voltooid zullen zijn, en de
secundaire wegen slechts zullen worden
gebruikt voor lokale doeleinden.
Het draagvermogen van de grond ter plaatse
van de wegen bleek aan de gestelde eisen te
kunnen voldoen.
De vereiste zwaarte van de bitumineuze
wegverharding werd bepaald op 16 cm, en wel
twee lagen grindasfaltbeton van 6 cm dikte
afgedekt met een laag open asfaltbeton van
4 cm dik. Na afloop van het zware werk
verkeer kan dit wegdek definitief worden
afgewerkt met een 4 cm dikke laag fijn dicht
asfaltbeton.
In het najaar van 1969 werd begonnen met het
aanbrengen van het grondlichaam voor de
Indeling van de totale weg-
breedte over de nablaliggers
van de Haringvlietsluizen
weg ten zuiden van de schutsluis. Het voor d j
ophogingen benodigde zand werd gedeeltelijk
ontleend aan het omliggende terrein. Op
plaatsen waar geen zand in de onmiddellijke
omgeving beschikbaar was werd het aan
gevoerd uit de zanddepots ten zuiden van de
binnenhaven.
Het zand werd aangebracht in lagen van
35 a 40 cm dik, die door de vrachtauto's en
bulldozers zoveel mogelijk werden verdicht.
Het zand voor het grondlichaam tussen de
schutsluis en de overbrugging van het
Zuiderdiep werd met vrachtauto's in het werl:
gebracht, dat tussen de overbrugging en de
aansluiting op de secundaire weg bij de
zeedijk te Stellendam voor het merendeel met
scrapers van 18 m3 schopinhoud. Dit zware
materieel, waarmee men een optimale ver
dichting verkrijgt van het in dunne lagen
aangebracht zand, kon hier worden ingezet
omdat tegelijkertijd het grondlichaam voor ce
snelweg in dit gedeelte werd gevormd,
waarmee totaal een grondverzet van 200 000 n1
was gemoeid.
Het grondlichaam voor het weggedeelte
tussen schutsluizen en uitwateringssluizen was
al eerder aangebracht, zodat hier, na ver
dichting van het zand met behulp van water
meteen kon worden begonnen met het
aanbrengen van de wegverharding.
Het secundaire wegenstelsel zuidelijk van de
uitwateringssluizen is thans nagenoeg gere id
voor zover het de wegen en afritten betreft
in noordelijke en zuidelijke richting.
De verbindingsweg tussen de binnenhaven ;n
Goedereede-Havenhoofd - die van oost na ir
west loopt - zal pas in een later stadium
worden uitgevoerd.
92