beton. Zuilenbasalt is echter gehandhaafd
beneden N.A.P. 3 m, omdat asfaltbeton niet
bestand gebleken is tegen de dagelijkse
invloed van de golfbeweging.
De asfaltafmetingen zijn ten dele voort
gekomen uit onderzoek. De Waterloopkundige
Afdeling van de Deltadienst heeft advies uit
gebracht ten aanzien van de stabiliteit van de
asfaltbetonbekleding bij de te verwachten
grondwaterdrukken. Deze drukken bleken
slechts langs de onderrand van de asfalt-
betonlaag van enige betekenis te zijn. Het
ondertalud zal dus in hoofdzaak bestand
moeten zijn tegen het opnemen van golf-
drukken en heeft daarom een dikte gekregen
van 30 cm. Deze dikte kan bij de gekozen
helling van 1 4 in één laag worden aange
bracht en voldoende worden verdicht.
Op de buitenberm en het boventalud tot
N.A.P. 7 m, waar de golfdrukken minder
groot zullen zijn, wordt asfalt aangebracht van
20 cm dik. Asfalt van deze dikte kan ook
onder een helling van 1 :3 nog wel in één
keer verdicht worden. Boven N.A.P. 7 m
is tot en met de kruin een bekleding van klei
en teelaarde van totaal 1 m dikte bedekt door
een grasmat voorgeschreven; ter plaatse van
net binnentalud is de totale dikte 60 cm.
Op het noordelijk gedeelte van de dijk, dat
midden in een duingebied ligt, zal wel geen
grasmat tot ontwikkeling komen, omdat er
teveel zand verstuift. In plaats van klei is hier
een asfaltbetonbekleding van 17 cm dikte -
wat als minimum wordt beschouwd - voor
geschreven. Het werk omvat om te beginnen
het wegnemen van de bestaande glooiing en
de eronder liggende puin- en kleilagen. Dit
is nodig omdat handhaving van een afslui
tende laag onder het op te brengen door
latende zandlichaam tot ongewenste grond-
waterdrukken aanleiding kan geven. Aan het
noordelijke einde van de dijk moet verder de
eerste duinregel tijdelijk worden doorbroken
om het nieuwe werk te kunnen maken; het
stenen hoofd in de lengterichting van de dijk
moet worden opgeruimd. Beneden N.A.P.
3 m wordt de bestaande glooiing van
zuilenbasalt 40/50 zo nodig herzet om een
strakke lijn bij de overgang op de asfalt-
bekleding te verkrijgen.
De bestorting voor de bestaande glooiing zal
langs de nieuwe glooiing worden verlengd tot
de plaats waar het strand thans een hoogte
van N.A.P. 2 m heeft.
De bestaande wegen achter de dijk worden
door nieuwe vervangen. De breedte van de
verharding, die zal bestaan uit grindasfalt-
beton op een betonpuinfundering, is op 5 m
ontworpen.
Achter het zuidelijk gedeelte van de dijk be
houdt de weg een openbaar karakter; de
verhardingsdikte wordt daaraan aangepast.
Achter het noordelijk gedeelte is de weg eer
werkweg die niet voor openbaar verkeer toe
gankelijk zal zijn. In verband met de be
staande bebouwing zal er voor het werk
verkeer een nieuwe toegang worden gemaal t;
ook is er voor dit verkeer een overgang ove,
de dijk ontworpen.
De bestaande toegang naar het strand bij hst
stenen hoofd wordt zoveel mogelijk aange
past; voor het overige zal een nieuw voetpar
naar een andere strandtoegang worden ge
maakt.
Met het oog op de toekomstige beweiding
van de grasmat zal een afrastering worden
aangebracht, waarlangs een strook in de klei
gestrate klinkers, die aan de zeezijde bij de
overgang van asfaltbeton op klei een extra
bescherming tegen golfaanval zullen geven.
Tenslotte dient te worden vermeld dat de
voor de Pettemer Zeewering zo karakteris
tieke paalrijen zullen verdwijnen, omdat ze
na de verhoging van geen nut meer zijn en
slechts aanleiding kunnen geven tot onnodi i
onderhoud.
Het bestek van de te maken werken is in
september 1968 aanbesteed en in oktober
van dat jaar gegund aan de firma de Vries
en Van der Wiel te Hilversum voor het bedr; g
van f 3.866.000,-.
Het nodige zand wordt per hopperzuiger va ï-
uit het Marsdiep aangevoerd naar een losw. I
aan het Noordhollandsch Kanaal te De Stol
pen, vanwaar het per as in het werk wordt
gebracht. Het asfaltbeton wordt aangevoerd
vanuit Zijpersluis. De klei en de teelaarde
komen vrij bij de ontgraving van het be
staande werk.
In het bestek is een uitvoeringstijd van 26
maanden voorzien; deze lange tijdsduur is
een gevolg van de voorwaarde dat de dijk i
het winter(-storm)seizoen gesloten zou moe
ten blijven en ook van het feit dat een ge
deelte van het werk als tijwerk moet wordei
uitgevoerd. De aannemer verwacht evenwel
kortere tijd nodig te hebben. De vordering
van het werk is tot op heden zodanig gewe- st
dat nog voor het stormseizoen van 1969 de
asfaltbekleding tot N.A.P. 7 m was aange
bracht, terwijl voor het overige de ophoginc
zover is gevorderd, dat tenminste dezelfde
veiligheid als die van de aangrenzende
Hondsbossche Zeewering is verkregen.
98