ig. 6 Golf- en getijpunten in
het Haringvliet. Ook de slibaf-
ettingen tijdens de bouw van
e dam zijn ingetekend.
leidingsgeul tot de sluizen namen ze toe, in
het Rak van Scheelhoek verminderden ze.
Toen de blokkendam was voltooid, bleken de
maximale ebsnelheden in de geul naar de
sluizen tweemaal zo groot te zijn, en de
maximale vloedsnelheden zelfs vijf keer zo
groot als in het Rak van Scheelhoek.
Tijdens de afsluiting trad ook een wijziging
op in de verdeling van de afvoer door het
Haringvliet. Afvoermetingen in de sluisopenin-
gen geven het volgende verloop te zien.
Op 9 juli 1969, toen het sluitgat in het Rak
van Scheelhoek vrijwel zijn definitieve vorm
had gekregen, stroomde 37,7% van de eb-
afvoer door de sluizen en 35,5% van de
vloedtoevoer; het overige gedeelte ging door
het Rak van Scheelhoek. Op 27 februari, het
Rak van Scheelhoek was toen voor 52% ge
blokkeerd, ging bijna 50% van de eb- en
125