sluitingsbedrijf, omdat juist het werk in de stortoverspanning capaciteitsbepalend was voor het geheel. Bij de berekening van het aantal benodigde blokken was een extra 5% toegevoegd met het oog op de zetting van de dam. In het begin trad die zetting nauwelijks op, zodat de werkelijk bereikte kruinhoogte in elke fase iets groter werd dan de berekende. Het bo venwatergedeelte van de beteugelingsdam werd bovendien steiler van talud dan de ver wachting aangaf. Om deze reden kon er eer der dan gepland was toe worden overgegaan de kruin nauwkeurig op hoogte af te storten. Het steile en enigszins labiele talud werd bij deze laatste stortingen soms opeens een me ter of meer verlaagd. Daarom besloot men St d van de werken op deze laatste fase van de storting uitsluitend 28 ipril 1970 te volvoeren in dagbedrijf en 's nachts in die 137

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1970 | | pagina 27