■j. 1 Plaats van meetpalen en
kdozen bij en op de Haring-
etsluizen
2 De peilschaalstations in
noordelijk Deltabekken
3 De meetopstellingen
r de bepaling van het zout-
lalte in het noordelijk Delta-
rken
het bereik ligt van de versnellingen en vertra
gingen van de stroom, die het gevolg zijn van
het spuien zelf. De plaatsing van twee meet
palen aan elke zijde is een maatregel van
voorzichtigheid: de kans dat er wegens de
fecten helemaal geen gegevens doorkomen
wordt erdoor verkleind, maar tevens elimi
neert men hierdoor de invloed van eventuele
dwarsverhangen. De meetpalen zijn neergezet
op plaatsen waar gemiddeld steeds 5 meter
water zal staan, omdat dit nodig is voor het
betrouwbaar functioneren van de appara
tuur, per paal een vlotter-getijmeter en een
geleidendheidsmeter. De gegevens omtrent
waterstand en zoutgehalte, die van de palen
radiografisch worden overgebracht naar
de bedieningspost van de sluizen en daar
door ponsers en schrijvers worden geregis
treerd, kunnen worden omgewerkt tot infor-
117