matie omtrent het verloop van de waterdruk
aan weerszijden van de sluizen. Op alle pijle s
van de sluizen zijn op een hoogte van N.A.P
- 3,15 m bovendien drukopnemers aange
bracht. De drukopnemers op de koppen van
de pijlers 1, 8 en 16 zijn aangesloten op dif
ferentiaaldrukmeters. De daarmee gemeten
drukverschillen zullen ook op de bedienings
post worden geregistreerd, zodat aanvullende
aanwijzingen worden verkregen voor de bepa
ling van het moment van openen en sluiten
van de schuiven.
Toetsing van het lozingsprogramma
De registraties waarover de bedieningspost
beschikt, moeten ook worden gebruikt om hot
lozingsprogramma te toetsen. De waterstands
verlopen aan weerszijden van de sluizen ge-
Fig. 4 De stroommeters in het
noordelijk Deltabekken
Fig. 5 De randvoorwaarde
stations voor rivierafvoer en
getij, en hun verbinding met
's-Gravenhage
118