ven een aanwijzing omtrent de totale water
afvoer door de sluisopeningen. De meetpun-
:en die wij hierboven beschreven maken deel
uit van een uitgebreid meetsysteem dat het
gehele noordelijke Deltagebied omvat en dat
gegevens verstrekt over het verloop van het
/erticale getij en het zoutgehalte in het hele
Tieetgebied en ook over het horizontale getij
n enkele riviertakken. Het verticale getij en
iet zoutgehalte worden op een groot aantal
;unten vastgelegd in ter plaatse registreren-
9 stations. Daarenboven zijn in de Noord, en
■orden binnenkort in de benedenmond van
ie Oude Maas en later mogelijk ook in de
ieuwe Maas ter plaatse registrerende
troommeters neergezet, waaruit de gemid-
elde stroomsnelheid en daaruit weer de af-
oer in die riviertakken kan worden bepaald,
let dit meetnet kan het effect van het lozings-
rogramma van de Haringvlietsluizen op de
aterbeweging worden nagegaan. Beantwoor-
sn water- en zoutbeweging niet aan de be-
5keningen en verwachtingen, dan moet het
L.P. worden veranderd.
Onder bijzondere omstandigheden, zoals
orm of extreem lage rivierafvoer zal het
odig zijn dat men onmiddellijk geïnformeerd
ordt over de water- en zoutbeweging. Om
t te bereiken zal een vaste lijnverbinding
>t stand worden gebracht tussen een aantal
silschaalstations en een centrum in 's-Gra-
snhage. Er wordt naar gestreefd zo spoe-
ig mogelijk ook de registraties van stroom-
3n zoutmeters op deze manier naar Den
Haag over te brengen. Wanneer er reden is
om de besturing van de Haringvlietsluizen
operationeel te begeleiden met het elektrische
analogon 'Deltar' moet dit rekentuig direct
de beschikking hebben over randvoorwaar
den voor zijn berekening, namelijk het getij
in zee en de opperwaterafvoer. De rand
voorwaarde 'getij in zee' wordt verkregen
met behulp van de getijregistraties te Hoek
van Holland en een getijmeetpaal in het zee
gat van Goeree, 5 tot 6 km zeewaarts van
de Haringvlietsluizen. Omtrent de bovenaf-
voer geven de peilstations Lobith en IJssel-
kop uitsluitsel ten aanzien van de Rijn en
zijn vertakkingen en de peilstations Lith of
Grave voor wat betreft de Maasafvoer. Alle
genoemde gegevens behalve die betrekking
hebben op de Maas zullen per vaste lijn
verbinding naar het centrum in 's-Graven-
hage worden overgebracht.
Met behulp van het in het voorgaande om
schreven meetsysteem zal in de experimen
tele fase een doelmatige toetsing van het
opgestelde lozingsprogramma en ook ope
rationele begeleiding van de bediening van
de Haringvlietsluizen mogelijk zijn. Ter ver
dieping van het inzicht en ter nadere toet
sing van het lozingsprogramma zullen op
ruime schaal naast de hier beschreven con
tinue metingen ook discontinue metingen
van de water-, zout- en sedimentbeweging
worden verricht vanaf meetvaartuigen. Een
uitgebreid meetprogramma zal worden op
gesteld, dat vooral zal zijn gericht op het
nauwkeurig vaststellen van de waterverde
ling bij de verschillende splitsingspunten in
de rivier en op de simultane meting van de
water-, zout- en sedimentbeweging in vrij
wel het gehele benedenrivierengebied. Daar
naast worden op vele vaste punten water
monsters genomen ter bepaling van de tem
peratuur of het chloride- en in enkele ge
vallen het zuurstofgehalte van het water.
119