De afsluiting
van het Rak van Scheelhoek
Op vrijdag 1 mei 1970 viel het laatste beton
blok in de beteugelingsdam door het Rak van
Scheelhoek. De blokkering was daarmee ge
realiseerd, en op weinig details na overeen
komstig de plannen. Alleen, er waren minder
blokken verwerkt dan was voorzien, n.l.
92.S05 i.p.v. 100.000, en mede daardoor was
het werk eerder voltooid dan het tijdschema
aangaf.
Voor het versnelde verloop van de afsluitings
operatie is een aantal technische redenen
aan te wijzen. Zolang de kruin onder water
was, leek de helling van de damtaluds goed
overeen te komen met de berekende verhou
ding 1 1. Na de voltooiing van de beteuge
lingsdam bleek de uiteindelijke helling echter
steiler te zijn, onder water ongeveer 1 0,9
en boven water zelfs 1 0,6. Er waren dus
minder blokken nodig om de vereiste kruin
hoogte te bereiken dan was berekend. Bij dit
spitse damprofiel hadden het er nog minder
moeten zijn wanneer breuk en zetting waren
beperkt gebleven tot de berekende percen
tages van 5% en 10% respectievelijk. Het is
terugrekenend echter waarschijnlijker dat er
ruim anderhalf keer zoveel zakking en breuk
is opgetreden. De holle ruimte in de dam,
door berekeningen aanvankelijk bepaald op
40%, zal ten gevolge van de grote breuk in
werkelijkheid wel kleiner zijn, namelijk 35%.
In elk geval, de 10.000 blokken die bij de
100.000 berekende waren geteld om afwijkin
gen van de aangenomen breuk- en zakkings
percentages en van de berekende taludhel
ling te kunnen opvangen, behoefden in het
geheel niet te worden aangesproken. Verla
ging van het aantal gestorte blokken bete
kende natuurlijk tijdwinst.
Tijdwinst werd ook verkregen doordat in de
opleidingsperiode van de gondeliers meer
praktische lessen werden gegeven en dus al
meer blokken in het sluitgat gestort, dan op
het werkplan voorkwam. Het profiel van het
sluitgat was daardoor op het moment dat het
werk officieel begon al met 15% afgenomen.
Vanaf het allereerste begin lag men derhalve
voor op het stortschema.
De beproevingsperiode van de kabelbaan,
134