Jlffl IS m Het ontwerp van de afdamming van het Haringvliet Van de drie grote ingevolge het Deltaplan af te sluiten zeegaten had het Haringvliet het kleinste getijvolume, nl. 260 miljoen m3, tegen 360 miljoen m3 in het Brouwershavensche Gat en 1100 miljoen m3 in de Oosterschelde. Als bouwwerk is de afdamming van het Haring vliet echter ingewikkelder dan de beide andere, omdat in deze dam een doorlaatwerk van ongeveer 1 km lengte, en een schut- sluizencomplex moesten worden opgenomen. De bouwtijd van de uitwateringssluizen was bepalend voor de totale bouwduur. Mede daarom bleek het nodig met de afdamming van het Haringvliet vroegtijdig een begin te maken: niet minder dan 13 jaren zouden met de verwerkelijking gemoeid zijn. De afsluiting van een zeegat van de grootte van het Haringvliet stelde de Nederlandse waterbouwkundigen voor vraagstukken die zij noch voorheen in het Deltagebied, noch elders hadden ontmoet. Naar omvang was de afsluiting van de Zuiderzee, voltooid in 1933, er het best mee te vergelijken. Toch had dat werk in menig opzicht een ander karakter. Het front van de afsluiting strekte zich in de Zuiderzee uit over een zeer grote breedte: het werk had er dientengevolge een gelijkmatiger verloop dan in het Haringvliet mogelijk zou zijn, dat weliswaar een aanmer kelijk geringere breedte had dan de Zuider zee ter plaatse van de afsluitdijk, doch een veel diepere en vooral ook onregelmatiger bodemligging. Ditzelfde geldt ook voor de andere zuidwestelijke zeegaten. Voor de af sluiting van die zeegaten moest derhalve een nieuwe strategie worden ontwikkeld. De zeer losse zandbodem en de betrekkelijk sterke getijstroom die erin optreedt, geven deze estuaria een beweeglijke structuur. 179

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1970 | | pagina 13