p t t t :- -M 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 van het noordelijke, waar in dit geval 3 cais sons per week worden geplaatst, wordt in het zuidelijk sluitgat daarentegen een verdieping van maximaal 14 m verwacht. Gebleken is dat de variatie in de plaatsingsvolgorde van de caissons slechts een ondergeschikte invloed zal hebben op de plaats en de absolute waarde van de verdiepingen. Mede op grond van uitvoeringstechnische overwegingen is daarom gekozen voor het plaatsen der cais sons afwisselend aan de ene en de andere zijde van het sluitgat. De laatste caisson komt daardoor vrijwel in het midden van het sluitgat terecht. Een voor het zuiden gunstige combinatie kan de situatie in het noorden ongunstig beïn vloeden. Evenals voor het zuidelijk sluitgat werden ook voor het noordelijke een gunstige en een ongunstige combinatie onderzocht. In het gunstige geval worden verdiepingen van 3 a 4 meter verwacht, in het ongunstige geval van 5 a 6 meter. De ontgrondingen zijn hier gelijkmatiger over het gehele sluitgat verdeeld dan in het zuiden, aangezien de plaats van de grootste ontgrondingen kon worden be- invloed door de keuze van de opbouwfasen. In het begin van dit artikel werd reeds ver meld dat veel aandacht is besteed aan het verloop van de stroomsnelheden in de kunst matige Hompelgeul waardoor de caissons uit het bouwdok naar hun plaats van bestemming zullen worden versleept, en wel om twee redenen. In de eerste plaats is de 10 m diepe en op de bodem 65 m brede geul gebaggerd door de uitloper van de Hompelvoet, een plaat die daar ter plaatse 1 a 2 m beneden N.A.P. lag. Het risico is niet denkbeeldig dat deze geul weer aanzandt wanneer de stroomrich ting in de geul een hoek met de geulas maakt 229

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1971 | | pagina 15