i I I ff ■i 6 CASSEREN MOMPEtGEÜi. FASE A PASSE RE N HOMPELGEUl FASE 10 .M - KENTERING INSLUITGAT j± -N- V>| '7" -'SO - *140 - *t20 - -«-too - +O.SQ - +O.60 -Z - W40 +O.20 E Q - 0.20 Z -0.40 - -O.60 ••080 S -100 -120 i 17 18 19 20 ZUID FASE 4. GEM. STROOMSNELHEID waï'erstand"" ZUID FASE 10: i gem strogmsneuhehj V^TEFstand 7 he' n tijdens het transport van de caisson. Ee. interessant aspect vormt het verloop van de roomsnelheden rond de L.W.-kentering in t noordelijk sluitgat onder invloed van de ernauwing in het zuiden. Wanneer zuid acl erloopt op noord ontstaat in het noorden ee: aanmerkelijk sneller kenteringsverloop da; n het omgekeerde geval. In de huidige siti tie, dat wil zeggen zolang beide sluit gat n nog niet vernauwd zijn, bedraagt de ge' ddelde stroomsnelheid in het noordelijk slu jat een uur voor de kentering tijdens spr gtij 0,6 a 0,7 m/sec. Zijn alle caissons ge aatst, dan bedraagt deze waarde 1,0 i/sec. a 1,1 m/sec. wanneer in het zip in fase 3 is bereikt, en 0,5 a 0,6 m/sec. wa ïeer de blokkendam is opgetrokken tot A.P. Door het doen voorlopen var iet zuiden op het noorden kan du: ondanks de vernauwing van het door stri mprofiel door de geplaatste caissons wo en voorkomen dat het kenteringsverloop on istiger wordt. Het door de hoge dam in t zuiden 'opgesloten' water blijft namelijk via e kortsluitgeulen langdurig naar het noc ten afstromen en veroorzaakt daar een gu :ger kenteringsverloop. Na. de voornamelijk waterloopkundige as; ten die hiervoor zijn beschreven, spelen oo tvoeringstechnische overwegingen een rol het vaststellen van de relatie tussen de be afsluitingen. In de eerste plaats is het tijd waarop de operaties kunnen aan- va: voor de uitvoering van groot belang. Ho oeger in het jaar kan worden begon- ne: es te eerder kan een aanvang worden gen 'kt met de consolidatie van de beide afsI ngen met zand en asfaltbekledingen, die ats moet hebben gevonden voordat de 6 Verloop van de stroomsnelheden en waterstanden in de Hompel geul wanneer alle caissons zijn geplaatst, maar nog openstaan, bij verschillende fasen van op bouw van de blokkendam 7 Verloop van de waterstanden en de stroomsnelheden rond de L.W.-kentering in het noordelijk sluitgat, wanneer de laatste caisson moet worden afge zonken; voorstelling van dat verloop bij verschillende opbouwfasen van de sluitdam in het zuidelijk gat najaarsstormen zich doen gevoelen. In dit opzicht is de caissonsluiting in het nadeel tegenover het geleidelijke opstorten van een sluitkade, daar het plaatsen van caissons redelijk goede weersomstandigheden vereist. Op zijn vroegst kan dan ook pas in april met deze afsluiting worden begonnen. Het aan merkelijk minder weergevoelige kabelbaan- bedrijf kan gemakkelijk een maand eerder starten. Het zou dus vanuit de uitvoerings techniek gezien voor de hand liggen zuid op noord te doen voorlopen. Een ander uitvoeringstechnisch aspect vormt het tijdstip van sluiten van de schuiven der caissons. De voortgang van het werk in het noorden is gebaat bij een zo snel mogelijke sluiting van de schuiven na het plaatsen van de laatste caissons. De blokkendam in het zuiden moet juist dan ongeveer de fase van 231

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1971 | | pagina 17