1 V r k f/f O t 9 7 Ukir resultaten van de drie moe en, aan de hand van geti 'tingen op 26 oktober 1965 a vc het verticaal getij te Bro ershaven en het totale debt van het Brouwershavense Gat b v het verticaal getij te Oud u-p c V! het verticaal getij te Gre :ingen-West METING HYOR MODEL COMPUTERBEREKENING DELTAR B 10 12 14 16 18 20 UUR t V' V METING HYDR.MODEï. COMPUTERBEREKENING DELTAR sluitgaten zelf gedurende de sluitingsoperatie worden bij het zuidelijk sluitgat één en bij het noordelijk sluitgat twee draadloos registreren de elektrische stappenbaken opgesteld, op 800 m uit de as van het sluitgat. In samen hang met deze metingen moet waarneming van het horizontaal getij een totaalbeeld geven van de waterbeweging in de sluitgaten, vooral in het noordelijke, aangezien een cais sonsluiting hydraulisch veel gevoeliger is dan een geleidelijke sluiting. In het sluitgat van de noordelijke geul wordt daarom gedurende de gehele sluitingsoperatie ononderbroken de stroomsnelheid en de stroomrichting gemeten middenin het sluitgat. Daarnaast worden kor ter lopende stroommetingen verricht vanuit vaartuigen op twee of drie meetplaatsen aan de noord- of de zuidzijde van het sluitgat, dat hangt af van de caissonplaatsing. Eén bootje meet bovendien aan de bovenstroomse zijde van het sluitgat op enige afstand uit de as, maar ter hoogte van het midden. Op die manier bouwt men een vergelijkend beeld op met de stromingstoestand in het sluitgat zelf. Bij het plaatsen van de laatste caisson is de relatie tussen de twee meetpunten dan vol doende bekend om te kunnen werken met de bovenstroomse gegevens. In het nauwe sluit gat ontstaan bij het indraaien van de laatste caisson zoveel storende turbulenties, dat meten daar geen zin meer heeft. Tijdens de sluitingsperiode zullen de gemeten verticale getijden aan de palen BG VI en BG VII per zender worden overgebracht naar Zierikzee en vandaar via een vaste spreekiijn naar 's-Gravenhage, alwaar de voorspellingen worden verricht op grond van de binnen komende gegevens. De werkelijk gemeten getijden en het voorspelde verloop van het getij worden ingevoerd in de Deltar, maar ook per vaste spreekiijn doorgegeven naar het Waterloopkundig Laboratorium in de Noord oostpolder, waar er proeven mee worden ge daan in het hydraulisch model. De uitkomsten van het hydraulisch model worden weer door gegeven naar het centrum in Den Haag, en daar vergeleken met de resultaten van de Deltar. De uiteindelijke voorspellingen van kenteringstijden, waterstanden en snelheden worden daarna weer langs de vaste spreek iijn doorgegeven aan Zierikzee; vandaar bereiken ze hen die met de onmiddellijke leiding van de sluitingsoperaties zijn belast. Voor, tijdens en na de sluitingsperiode zal voorts in de beide sluitgaten regelmatig ge lood worden ten einde steeds terstond inlich tingen te kunnen verschaffen omtrent de hoogteligging van de stenen dam in het zuide lijk sluitgat, de caissondrempel in het noorde- 239

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1971 | | pagina 25