De stalen bovenbouw van de kabelbaan over het Brouwershavense Gat He pe en de hoofdafmetingen van de kabel- ba' oor de afsluiting van het Brouwers- ha se Gat zijn in eerdere afleveringen van de: berichten (nrs. 42, 45, 46) reeds uitvoerig be even, evenals de onderbouw, de onder st ngsconstructies voor de railbanen en dr kabels en de motorgondels. In dit artikel w: n nog enkele opmerkingen gemaakt ov Je stalen bovenbouw van de railbanen m e draaischijven, over de stalen pyloon- ko en en over de kabels met hun veranke- rir D: mdersteuningsconstructie van de rail- ba en op de laadstations bestaat uit ge- pr abriceerde jukken van gewapend beton, dio door middel van voorspanstaven bevestigd zij aan de betonnen funderingssloven. De ze ngsberekening voor deze fundering wees ui iat het zettingsverschil tussen twee jukken hc, gstens 1 cm zou bedragen; dit is een be- la rijk gegeven, omdat dat zettingsverschil na st de belastingen door eigen gewicht, gc dels en wind mede een ontwerp-eis vormt vc r de stalen bovenbouw. De railbaan wordt in ecties van ongeveer 20 m lengte ge- pi abriceerd, welke stukken onderling schar- n end worden verbonden. De railbaan be st t uit twee randbalken in de vorm van kt erliggers, om de 10 m voorzien van een di rsverbinding die op de bovenrand van de b. ^nnen jukken is bevestigd. De bevestiging b; aat uit drie elementen: een taats voor de ct trering, twee rubberopleggingen voor het o brengen van de drukkrachten, en aan de b enzijde van de opleggingen twee voor- s; istaven voor het opnemen van trekkrach- tfc De staven brengen een zodanige voor- s ning in de rubberblokken dat de rail ook b lerk eenzijdige belasting niet van de r eropleggingen kan loskomen. De buiten- fa nkanten van de kokerliggers bestaan uit buizen die voor wat de sterkte betreft e: integrerend onderdeel vormen van de li rs en tevens fungeren als de eigenlijke rt aarover de wielstellen van de gondels li Bij het ingangsportaal lopen de wiel- n van de gondels van de hellende kabels vi. ^n manchet op de railbaan, of omge- ke Onder de railbaan is tegen de be- to n jukken een geleiderail bevestigd ter he e van de hoofdligger van de gondels, grotendeels bestaande uit een stalen buis, dit om te voorkomen dat de gondels bij sterke dwarswind tegen de jukken slaan en daarbij of die constructie beschadigen of zelf schade oplopen. Bij zware storm kunnen de gondels aan de geleiderail worden verankerd. Aan de zuidzijde is achter de draaischijf een garage- spoor van 60 m lengte geprojecteerd, groten deels van een overkapping voorzien. Onder houdsbeurten en kleine reparaties kunnen nu onder alle weersomstandigheden worden uit gevoerd. Voor grote reparaties kunnen de gondels met hijslieren van de baan worden genomen. Ze worden dan op een speciaal geconstrueerde onderwagen neergelaten. Aan de noordzijde is achter de draaischijf slechts een kort uitloop-spoor van 14 m aanwezig, in hoofdzaak bedoeld om ook tijdens het bedrijf snel een gondel te kunnen uitrangeren, indien zulks noodzakelijk is, en voorts om te voor komen dat een gondel die door een onver hoopt foute manoeuvre in de bediening bij het oprijden op de draaischijf niet tijdig tot stilstand komt, van de draaischijf af zou rijden. De draaischijven zijn overigens zo goed mogelijk beveiligd. Er kan niet worden opge reden dan nadat de draaischijf in de juiste stand vergrendeld is: pas dan wordt een veilig sein gegeven in de vorm van een groen licht. Voorts is een railstop aanwezig die als nood stop werkt en een te ver doorrijdende gondel tot stilstand brengt. De draaischijven zijn zo zwaar geconstrueerd dat ze ook een geladen gondel op het andere spoor kunnen zetten; dit voor het geval men de gondels onmiddellijk na aankomst op het station zou willen bevrachten nog vóór ze om te keren. De aandrijving is zo krachtig dat de 241

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1971 | | pagina 27