Fc op p. 218.
Di ggevallen oeverland in de
0 ;rschelde bij Reimerswaal
1
Di lidwestelijke Delta in 1300,
m daarop geprojecteerd de
te iwoordige bedijkingen
2
Te inwinst van de mens in het
b houwde gebied
e< te verdedigingslinie tegen het buiten- 2
w r; een breed oeverland gaf een goede
be herming van de achterliggende dijk, door-
d iet de stroom afhield en de golfslag
di pte. Dit laatste gold mutatis mutandis ook
vc de stranden, die slechts belangrijk wer-
di geacht als onderdeel van de duinkering.
E' breed strand beschermde de buitenste
di eep tegen afslag. Hoe belangrijk men het
b< >ud van strand ter bescherming van de
d reep achtte, blijkt uit de vele verdedigings-
w en - meest strandhoofden - die vooral
in loop van de laatste honderd jaar werden
a; ;elegd. Behoud van strand terwille van het
st id zelf, bijvoorbeeld als waardevol re-
ci ïiegebied, speelde toen nog geen rol. Uit
di hoofde zou men voor de kostbare strand-
h< den geen geld over hebben gehad.
W den bij ons de buitendijkse gronden en
z stranden lange tijd overwegend slechts
ai trijdtoneel en bolwerk tegen de zee be-
s ruwd en slechts uit dit oogpunt van be-
I geacht, elders was de belangstelling voor
d gebieden dikwijls minimaal of afwezig.
7 s in de Verenigde Staten de belangstelling
v r stranden en daarmee voor hun instand-
h ding eigenlijk pas in sterke mate gewekt
t i men ze als belangrijke recreatiegebieden
zien. Het intensieve kustonderzoek dat
ii eze eeuw in de Verenigde Staten van de
i id kwam, is voor een belangrijk deel ge-
e iuleerd door de strandrecreatie, waarbij de
rde van het strandmilieu op zich zelf
al als doorslaggevend motief werd gezien
c te streven naar zijn behoud,
i r in de twintigste eeuw geldt ook bij ons
strand niet langer slechts als onderdeel
de waterkering, doch tevens als domi-
nd element in onze, in verhouding tot vele
andere landen, niet zo ruime recreatieve
mogelijkheden.
Behalve de stranden hebben ook de oever
landen een belangrijke herwaardering onder
gaan. Hoewel ze meestal niet geschikt zijn
voor massarecreatie, is men de bijzondere
bekoring en specifieke waarde gaan ontdek
ken van slikken en schorren met hun aparte
vegetatie en rijk vogelleven, terwijl men ze
vroeger meestal slechts onherbergzaam en
onaantrekkelijk vond.
De herwaardering van oeverlanden en stran
den heeft ook invloed gehad op de water
staatkundige bemoeiing met deze gebieden.
Van ouds waren ze vanwege hun belang voor
de waterkeringen een bijzonder onderwerp
van waterstaatszorg. De processen van op
bouw en afslag van de oeverlanden en stran
den werden nauwlettend gevolgd. Aanvanke-
BED'JKTE LANDEN
221