De waterloopkundige begeleiding van de afsluitingen in het Brouwershavense Gat Eve: s het geval is geweest bij de Volkerak- afsl ng in 1969 is de vaststelling van het slui; gsschema voor het Brouwershavense Gat het aanstaande voorjaar vanaf het vro .te stadium begeleid door berekeningen be! ende de waterstanden, de snelheden en kenteringstijden die zullen optreden tijd s de blokkeringswerkzaamheden. Voor eet elangrijk deel werden de beslissingen aa; ande de aanpak en de fasering van zo de caissonsluiting in het noorden als de Weidelijke sluiting in het zuiden genomen op ond van de verstrekte waterloopkundige pre aoses. In 3 uitvoeringsfase blijft enerzijds het op- ste ;n van steeds meer verfijnde voorspel- lin n ten dienste van de caissonsluiting do gaan, en wordt anderzijds intensief gei eten wat er in de werkelijkheid gebeurt, als ontrole op de uitkomsten van het theo- rel ch onderzoek en voor het verkrijgen van vei ere aanvullende gegevens ten behoeve vai de sluitingsmanoeuvres. In het zuidelijk slu gat betreft die controle vooral de stroom- sn ïeden over de beteugelingsdam-in-op- bo .v. On de waterloopkundige prognoses te kun ne verstrekken staan drie hulpmiddelen ter be hikking. Allereerst een hydraulisch over zie smodel van het Brouwershavense Gat tot an de Grevelingendam, dat staat opge- ste in het Waterloopkundig Laboratorium 'D( t/oorst' in de Noordoostpolder. Daarnaast is het elektrisch analogon Deltar, geplaatst aa de Boorlaan te 's-Gravenhage, waar ook he ferde hulpmiddel zich bevindt, een Elliott co outer, waarop berekeningen kunnen wor de uitgevoerd. De uitkomsten van het hydrau- lis model zijn te vergelijken met de resul ts van een tweedimensionale getijbereke- nir terwijl die van de Deltar en de computer ee sterkere schematisering vertonen, ge- lij id op de resultaten van een één-dimen- si e getijberekening. Om echter toch het he onderzoek een twee-dimensionaal karak- te geven, wordt het beschouwde gebied in Deltar en in de computer opgevat als ee elsel van geulen; daarmee wordt het tw imensionale karakter althans benaderd. De schillende methoden en hulpmiddelen die rvoor werden genoemd, zullen bij de uit ing van de sluitingen alle tegelijk en nae: elkaar worden gebruikt, om na te gaan welke methode bij de uitvoering der pro gramma's het meest effectief is, en met name het vlugst gegevens kan verstrekken die van belang zijn voor de plaatsing der caissons. Tevens dienen de rekenhulpmiddelen als eikaars reserve, wanneer er een voor kortere of langere tijd gedurende de operaties uitvalt. Van de twee sluitgaten in het Brouwershaven se Gat wordt het noordelijk door de plaat sing van caissons geleidelijk vernauwd. Na de plaatsing van de laatste caisson is het door stromingsoppervlak gelijk aan de som van de oppervlakken der doorstroomopeningen. Ook in het zuidelijk sluitgat vermindert het door stromingsoppervlak geleidelijk; echter op ge heel andere wijze, doordat betonblokken in het profiel worden gestort. Het profiel bestaat hier gedurende de sluiting steeds uit twee verschillende delen, een nog geheel open en een reeds met blokken afgesloten gedeelte, dat echter openingen heeft, en dat reikt van de geulbodem tot de kruinlijn van de dam. In dit gedeelte is het profiel dus gedeeltelijk 'geblokkeerd', maar er blijft nog 40% holle ruimte tussen de betonblokken over. Ook wanneer de stenen dam boven hoogwater is, zal ten gevolge van de grote lengte van het poreuze profiel zowel bij eb als bij vloed nog een aanzienlijke hoeveelheid water door het profiel worden gevoerd. Hydraulisch is dus de situatie op elk ogenblik van de sluiting tamelijk ingewikkeld. In het hydrau lisch model van het Brouwershavense Gat zijn in de voorbereidingsfase uitgebreide getijstudies verricht om de plaatsingsmoge lijkheden van de caissons te onderzoeken in samenhang met de opbouw van de blok- kendam. Het onderzoek was erop gericht te bepalen bij welke werkwijze de ontgron- 233

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1971 | | pagina 19