op het talud en gedeeltelijk op de kruin van
de zanddam. Het resultaat van de bemesting
en van de kitmiddelen werd gemeten in
vakken van 4 m2, die midden in elk proefveld
waren afgepaald. Gemeten werden het ge
middeld aantal bladeren van 16 willekeurige
pollen in elk vlak, de bedekkingsgraad ofwel
het oppervlak van de projectie van de blade
ren op de grond, de hoogte van de vegetatie
boven de grond, de diepte van de beworteling
in de grond, de gemiddelde bladbreedte, de
fertiliteit, ofwel het aantal aren per vak, en de
groenkleuring. Bovendien werden de proef
velden regelmatig gewaterpast om de uit
werking van de bemesting op de zandafzetting
in de velden te kunnen vaststellen.
De proeven hebben uitgewezen dat de groei
van duinplanten in belangrijke mate kan wor
den bevorderd door een geschikte meststof,
1
2 Meetresultaten van geplante helm
N
toegepast in de juiste dosering. Dit geldt zo
wel voor geplant als voor gezaaid materiaal.
Het is echter van belang niet te veel of te lang
achtereen te bemesten omdat de planten dan
door excessieve groei kunnen verstikken en
verdorren.
Om te kunnen bepalen welke bemesting men
moet toepassen is het noodzakelijk vooraf een
onderzoek in te stellen naar de geaardheid
en het gehalte aan voedingsstoffen in de
grond en te weten om welke planten het gaat.
Een armetierige duinbegroeiing kan door be
mesting belangrijk worden bevorderd, met
name op de zeereep bij de overgang van
helmbegroeiing naar een duinstruikbegroeiing.
Helm en biestarwegras blijken met succes te
kunnen worden gezaaid. Bij juiste bemesting
kan het zaaigoed in één jaar tijds tot volle
wasdom komen. Zonder bemesting duurt dat
N
N
FOSFOR
"20 STIKSTOF
P
20 20 STIKSTOF FOSFOR
4 P
80 20 STIKSTOF (4x HOGERE CONCENTRATIE) FOSFOR
P K
80 20 20 STIKSTOF (4x HOGERE CONCENTRATIE) FOSFOR
1 Ligging van het proefgebied
wel 3 tot 4 jaar. Gezien de aard van het zaai
goed kan men biestarwegras alleen uit de
hand zaaien. Helm leent zich uitstekend voor
machinaal zaaien, mits het terrein geen
dwarshellingen vertoont steiler dan 1 5.
Zaaien heeft alleen dan succes als er in de
eerste zes maanden geen uitstuiving en ook
geen aanzanding van enige betekenis op
treedt. Men kan de bodem tegen uitstuiving
stabiliseren door het aanbrengen van kit
middelen; door het in-eggen van stro in vlak
terrein, of het zetten van stro-, en/of rietpote i
in hellend of geaccidenteerd terrein; tenslotL
ook door het plaatsen van schermen of door
de grond met takken af te dekken. Een
bezaaid perceel kan tegen aanzanding worde
beschermd door het stuifzand buiten het
perceel met schermen of stropoten op te
vangen. Behalve door het tegengaan van
niveauveranderingen kan men de groei van
kiemplant nog door andere ingrepen in de
milieuomstandigheden bevorderen. Men kan
de uitdroging van bodem en gewas vermin
deren door het in-eggen van stro of door het
meezaaien van een zogenaamde dekvrucht.
dat is een gewas dat sneller en vroeger
ontkiemt dan de blijvende plant en die haar i i
de eerste ontwikkelingsfase beschermt.
Helm, Noorse helm, biestarwegras en zand-
haver blijken te kunnen worden gekweekt.
Uit in het voorjaar geplant materiaal is bij
optimale bemesting reeds hetzelfde najaar
nieuw materiaal te steken. Hierdoor zijn be
langrijke besparingen op de transportkoster
mogelijk, als nieuw plantmateriaal uit ander
kustgebieden zou moeten worden aangevoe: I.
Met het planten van zandhaver zijn geen
onverdeeld gunstige ervaringen opgedaan,
noch tijdens de proeven noch elders. Deze
NIEUWE -
WATERWEG
*-\ 7 BEEMANAAL'
CAL AND
KANAAL?.
BRIELSE MEER
286