in het Deltagebied in het vorige Bericht werd
reeds melding gemaakt van een der grootste
gevaren die ons zoete water bedreigt: de
eutrofiëring, een zodanige verrijking van het
water met minerale voedingsstoffen, dat er
een sterke vermeerdering in optreedt van
plantaardige en dierlijke organismen, gepaard
gaande met een vermindering van de soorten
rijkdom.
Het natuurlijke eutrofiëringsproces kan dui
zenden jaren voortduren voordat als gevolg
van bezinking der afgestorven organismen de
bodem zover is opgeslibd dat uiteindelijk ver
landing optreedt. Onder invloed van mense
lijke activiteiten kan de eutrofiëring zowol
versneld als vertraagd worden; in het alge
meen treedt een versnelling op, waarbij het
tempo van de versnelling grotendeels be
paald wordt door de economische ontwikke
ling. Bij een eenvoudige agrarische economie
wordt de belasting aan minerale voedings
stoffen hoofdzakelijk veroorzaakt door uit
spoeling van natuurlijke meststoffen. Treedt
daarentegen een zekere urbanisatie op, dan
wordt het grootste deel van deze voedings
stoffen via een centraal rioleringsstelsel aan
de normale kringloop op het land onttrokken
en aan die in het water toegevoegd. Het
daardoor ontstane tekort aan meststoffen
wordt dan weer door de toepassing van
kunstmest aangevuld. Door de explosieve
bevolkingsgroei, de industrialisatie en de toe
passing van synthetische wasmiddelen, waar
in onder meer polyfosfaten voorkomen, is
thans een derde fase ingetreden: enorme
hoeveelheden minerale voedingsstoffen wor
den nu op kunstmatige wijze door lozing aan
de kringloop toegevoegd. De beschreven ont
VERLANDING VERLANDINS
I
INVtOED BE MESTENDE STOFF&N
NATOURL'JKE EUTROFIËRING
OUDEROOM VAN HET MEER
2
1 Indicatoren van het eutro
fiëringsproces in een meer
2 Invloed van bemestende
stoffen op het eutrofiërings
proces
wikkeling verklaart tevens waarom het gevaar
van kunstmatig versnelde eutrofiëring pas in
een zo laat stadium onderkend is.
Reeds enkele jaren vormt dit probleem met
betrekking tot het Deltagebied onderwerp van
studie.
De gevolgen van de eutrofiëring, die zich
voornamelijk in langzaam stromende of stil
staande wateren voordoen, zullen zich zeker
aandienen in het zuidelijk Deltagebied, waar
een aantal kunstmatige meren wordt gevormd
en wellicht in andere mate in het Haringvliet,
waar het regime het midden gaat houden
tussen een rivier en een meer.
De voedingsstoffen kunnen in beginsel op vie
manieren in de Deltawateren worden ge
bracht, en wel via grond- en regenwater,
beide diffuse bronnen, of via oppervlakte
water. In dit laatste geval kan gedacht wor-
303