Klimatologisch onderzoek in het Deltagebied 3 uitvoering der Deltawerken zal een zekere vloed hebben op het klimaat in Zuidwest- ederland. Om de problemen die daarmee in 3rband staan nader te bestuderen hebben de ijkswaterstaat, het K.N.M.I. en het Instituut oor Cultuurtechniek en Waterhuishouding in 357 gezamenlijk een werkcommissie ge- ormd voor klimatologisch onderzoek in het eltagebied. et waren aanvankelijk vooral de belangen an de scheepvaart en de landbouw in het eltagebied, die het wenselijk maakten bij- ds te kunnen beschikken over een redelijk efundeerde verwachting omtrent de aard en e grootte van de eventuele klimatologische aranderingen. Voor wat de scheepvaart be eft, die vooral in het oostelijk deel van de l eltawateren belangrijk is, werd vooral ge- c acht aan een mogelijk grotere kans op mist- arming en op ijshinder; ten aanzien van de nd- en tuinbouw was het voornamelijk de r rchtvorst waarnaar de belangstelling uitging. I et voor haar taakvervulling onontbeerlijke ateriaal verkrijgt de commissie zowel uit de 1 aarnemingsgegevens van de in Zuidwest- t ederland oude en nieuw opgerichte meteo- ations als uit de resultaten van kortlopende i eetcampagnes met een plaatselijk sterk v rdicht net van registrerende instrumenten. 1 deze bijdrage wordt een overzicht gegeven 1 n verschillende waarnemingen en onder- ekingen op klimatologisch gebied in de idwestelijke Delta, alsmede van de con- t usies die de commissie daar tot op heden - n heeft kunnen verbinden. watertemperatuur t s gevolg van de aanleg van de primaire 1 itadammen worden de grote watermassa's c r zeearmen van de zee afgesneden; ze c idergaan daardoor fysische veranderingen. )or het wegvallen van de warmte-uitwisse- g met de Noordzee zullen de watertempe- r turen in de winter en in het voorjaar lager v orden en in de zomer en de herfst hoger, t verloop van de watertemperatuur van een gesloten watermassa kan met behulp van e n aantal meteorologische grootheden een voudig worden berekend, waarbij er ter wille van de schematisering van wordt uitgegaan dat er in de watermassa zelf geen verticale of horizontale temperatuurverschillen voor komen en er zijdelings geen water wordt ont trokken of toegevoegd. Met behulp van een door Penman opgesteld model voor de energiehuishouding van een waterlaag is het temperatuurverloop in het Grevelingenbekken berekend voor de situatie na de afsluiting van dit bekken aan de zeezijde. Door het be rekende verloop te vergelijken met het ge meten temperatuurverloop te Ouddorp nu het bekken nog open is, werd een inzicht ver kregen in de temperatuurveranderingen als gevolg van de afsluiting van het bekken. De uit deze studie voortvloeiende prognose zegt dat de watertemperaturen in het bekken ge durende de winter en in het voorjaar ge middeld 0,8° C lager en in de zomer en het najaar gemiddeld 0,2° C hoger zullen zijn dan vóór de afsluiting. Op dezelfde wijze is getracht een warmte- balans op te stellen voor het Haringvliet vóór en na de afdamming, waarbij de betekenis blijkt van het advectieve warmtetransport als gevolg van het getij. Het noodzakelijke waar nemingsmateriaal werd ontleend aan tempe- ratuurmetingen van enige jaren geleden in een tweetal dwarsraaien, één nabij de toen malige bouwput van de Haringvlietsluizen en één nabij de oostpunt van Tiengemeten. Op grond van de verrichte temperatuur- en stroommetingen vóór de afsluiting zijn de warmtestromen gedurende de zomer en de winter berekend en weergegeven in de vol gende tabel, waarbij de warmtestroom naar het vak tussen de twee raaien toe als positief is aangemerkt. 277

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1971 | | pagina 7