uitoefening verloren, en kan daarin door aan passing of verplaatsing niet worden voorzien, dan zal een bedrijf beëindigd moeten worden. Er worden dan uitkeringen gedaan voor de bedrijfsschade en voor de vermogensschade, dat is de waardevermindering van de bedrijfs- uitrusting. Ten aanzien van de bedrijfsschade moet een verschil worden overbrugd tussen de vroegere gemiddelde winst en de waarde van de bij liquidatie vrijkomende kapitaal en arbeid. Op grond van een kapitaliserings- berekening keert men acht maal dat verschil uit. Onder vrijkomende arbeid wordt verstaan de marktwaarde van een arbeidskracht die door de beëindiging van een bedrijf weer ter beschikking komt. Ter wille van de eenvoud en ter vergroting van de vergelijkbaarheid van verschillende situaties worden per bedrijfs- functie in het algemeen overal dezelfde waar den vastgesteld. Bij stringente doorvoering van alleen deze vier oplossingen - aanpassing, verplaatsing, ver mindering en opheffing - zouden ook alleen de meest strikte bedoelingen van de wet kunnen worden gerealiseerd. De wet wil evenwel andere doelstellingen, die tegelijker tijd zouden kunnen worden verwerkelijkt, niet in de weg staan. Daarom bevat hij enkele bepalingen die het mogelijk maken van de juridisch meest voor de hand liggende oplos sing af te wijken. Op de algemene regel dat tot aanpassing niet wordt overgegaan wanneer het de duurste oplossing is, zijn uitzon deringen mogeijk 'indien door de aan passing van het bedrijf ook schade voor anderen wordt voorkomen of beperkt'. Stel, er is een bedrijf dat aan honderden arbeiders in een overigens betrekkelijk weinig geïn dustrialiseerde streek werk biedt. Het kan nooit de bedoeling van de wet zijn om de belangen van die honderden arbeiders en van hun gemeenschap te schaden door dat bedrijf te sluiten, hoewel dat afzonderlijk bezien de goedkoopste oplossing zou zijn. De minister kan besluiten de kosten van een massale plaatselijke werkloosheid als het ware bij de liquidatiekosten van het bedrijf op te tellen, en dan de som opnieuw te maken, wellicht met andere uitkomst. In een andere richting wijst het artikel dat stelt: een tegemoetkoming kan op verzoek van de belanghebbende worden verleend voordat de schade is opgetreden. Daar moeten wel bijzondere redenen voor zijn, en in het algemeen zullen dat redenen zijn samen hangende met verminderde exploitatiemoge lijkheden voor een bedrijfstak in zijn geheel als gevolg van de door de afsluitingen veranderde omstandigheden. Deze bepaling maakt de humane sanering van een bedrijfstak mogelijk. Er kunnen nu plannen worden gemaakt voor bedrijfssluiting op grond van de verwachting van verminderde exploitatiemoge lijkheden. Met name een wat oudere en honkvaste generatie zal bereid zijn zich vervroegd terug te trekken nu deze hand haar wordt toegestoken. Een geringer aantal bedrijven kan dan met meer kans op succes de overgebleven mogelijkheden exploiteren. De Deltaschadewet regelt ook de tegemoet koming in schade die werknemers bij getroffen bedrijven lijden. Als algemene maat regel geldt in dat geval dat in verband met aanpassing, verplaatsing, verkleining of op heffing van een bedrijf op straat gekomen werknemers recht krijgen op een wekelijkse uitkering van 80% van hun normale loon, later mee op te trekken met het algemene loonpeil. Dit percentage is in overeenstemming met de in zulke loondervingsgevallen wel meer gehanteerde norm. Boort men nieuwe bronner van inkomsten aan, dan worden die tot 80% met de tegemoetkoming verrekend. Alle werknemers van dezelfde leeftijd krijgen deze tegemoetkoming even lang uitbetaald, minstens een jaar na het verleende ontslag, maar zij die tussen de 41 en 60 zijn op het ogenblik dat ze werkloos worden, krijgen die tegemoetkoming langer, al naarmate ze ouder zijn. Geleidelijk klimt de duur van de uitkering: voor iemand van 59 jaar duurt ze 4 jaar en 8 maanden, voor iemand van 60 jaar 5 jaar; die krijgt de uitkering dus tot aan zijn A.O.W. Jongere mensen die niet tijdig vervangend werk zouden hebben gevonden - wat thans in Nederland heel onwaarschijnlijk is verliezen een jaar na hun ontslag hun aan vullende tegemoetkoming op wat ze toch al ontvingen ingevolge de Wet Werkloosheids voorziening. Hierenboven zijn financiële regelingen getrof fen in het belang van herscholing en in geval van verhuizing, deze laatste evenzeer ten dienste van zelfstandigen als van werknemers. De uitvoering van de Deltaschadewet is opgedragen aan de Minister van Verkeer en Waterstaat voor zover het de schade van bedrijven betreft; de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid behartigt de schade van werknemers. De Minister van Verkeer en Waterstaat laat zich van advies dienen door een drietal commissies voor de schadebepaling, één vo> r elke hoofdtak van bedrijf die door de Delta werken in zijn belangen wordt geschaad: griend-, riet- en biezencultuur, visserij en scheepsbouw. Elk van deze commissies is 338

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1971 | | pagina 12