Celtabekken de gemiddelde hoogwaterstan- d3n verlaagd, en de gemiddelde laagwater- s anden verhoogd. De verandering is het g ootst op het Haringvlietbekken; daar be- craagt het tijverschil onder normale omstan- d gheden nog maar 15 a 20 cm. Ce beroepsvaart heeft zich snel aangepast aan de gewijzigde stromingstoestand, waarbij b ijk werd gegeven van een grote mate van vakbekwaamheid. Het aantal scheepsonge- v allen bleef ongeveer gelijk; ernstige onge vallen tengevolge van onbekendheid met het varanderde stroombeeld bleven uit. Hierbij n oet worden aangetekend dat de weers- o nstandigheden gedurende de eerste weken na de afsluiting van het Haringvliet uitgespro- kan ongunstig waren. De maand november en da eerste week van december 1970 werden gakenmerkt door perioden met krachtige tot stormachtige wind uit westelijke richtingen, waardoor de waterstanden op zee opliepen, afgewisseld door enkele korte rustigere perio den met een meer normaal getij. Als gevolg van de sterke wisselingen in het gemiddeld zeeniveau werd het peil op het Haringvliet bekken nu eens extra opgezet, dan weer ver laagd; plaatselijk traden daarbij hoge stroom- snelheden op. Een paar riviergedeelten met name bezorgen de scheepvaart vooral tijdens en vlak na een storm, veel hinder. Dat zijn: de Dordtse Kil, waar die bij 's-Gravendeel een profielver nauwing ondergaat; de Oude Maas ter plaatse van de Spijkenisserbrug, bij eb; en het split- singspunt van Oude Maas en Spui, eveneens slechts bij eb. Op de Dordtse Kil ondervinden voornamelijk het veer van Wieldrecht naar 's-Gravendeel en de scheepvaart die dit veer moet passeren, hinder van de stroom. Het is voorgekomen dat schepen met een betrekkelijk kleine motor onvoldoende vermogen bleken te bezitten om tegen de stroom op te varen. De snelheid van de oppervlaktestroom bedraagt hier onder normale omstandigheden thans 5 km per uur, tegen 3+ km per uur voor de afsluiting van het Volkerak. Onder extreme omstandigheden kan de stroomsnelheid oplopen tot 7 km per uur. De veerboten beschikken over voldoende ver mogen om de stroom te overwinnen, maar ze zijn tamelijk slecht manoeuvreerbaar. Een werkgroep ter bestudering van dit probleem, gevormd door de gemeente Dordrecht en de Rijkswaterstaat, heeft inmiddels ter zake een advies ter verbetering uitgebracht. In het nauwe profiel van de Oude Maas ter plaatse van de Spijkenisserbrug kan de eb- stroom thans onder extreme omstandigheden meer dan 6 km per uur bedragen. Ook hier is het voorgekomen dat schepen met een ge ring motorvermogen niet tegen de stroom op konden komen, en men ziet nogal wat schepen de brug met moeite passeren. Er wordt onderzocht of de situatie noopt tot bijzondere maatregelen. Bij het splitsingspunt Oude Maas-Spui loopt tijdens eb een hinderlijke dwarsstroom langs de westelijke oever van het Spui de Oude Maas in. Onder extreme omstandigheden kan de stroomsnelheid dan oplopen tot meer dan 6 km per uur. Vooral slepen die niet tijdig opsturen kunnen hier uit de koers lopen. Met werkzaamheden ter verbetering van de stromingstoestand op dit splitsingspunt zal naar verwachting eerlang een begin worden gemaakt. Behalve nadelen bezorgt de wijziging van de stromingstoestand de scheepvaart ook voor- 345

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1971 | | pagina 19