F g. 5 Verloop van de week- g middelden van de effectieve z utbelasting van het Haring- v et, en van de daardoor ver- o irzaakte verhoging van het z utgehalte van het opperwater- n sngsel van Waal en Maas daarmede de situatie op het Wantij en bij de Ottersluis. Van oudsher fungeert de Dordtse Kil als verbinding tussen de jacht havens aan de Oude Maas, de Beneden- merwede en de Noord enerzijds en de Bies bos anderzijds. Aangezien de snelheden op dit water sinds de afsluiting zijn toegenomen en de beroepsvaart er steeds intensiever wordt, werd de pleziervaart voor zover die niet beschikt over een sterke motor, aan bevolen de Dordtse Kil voortaan te mijden, en gebruik te maken van het Wantij. Bij toe nemende vaart over het Wantij moet echter gevreesd worden voor lange wachttijden bij de Ottersluis tussen Wantij en Nieuwe Mer- wede. 3 enige plaats waar door de Haringvliet- s sluiting een voor de recreatievaart gevaar- I ke situatie wordt opgeroepen, is bij de uit- ateringssluizen in het Haringvliet zelf. jdens het spuien kan in de omgeving van de s uizen een krachtige spuistroom optreden. F et is niet meer dan plicht, de recreatievaart de omgeving daar tijdig op te attenderen. ovendien moet worden voorkomen dat vaar- t igen die niet van een motor gebruik kunnen r.aken, of zwemmers, door de stroom in de rchting van de sluis worden gezogen. Het voorlopige spuilicht dat op de sluizen stond t igesteld, bleek al spoedig niet te voldoen: tat licht, dat overigens op andere plaatsen èl voldoet, was duidelijk zichtbaar voor wie ist waar het stond opgesteld, maar in de 1 ijde watervlakten rondom de sluizen viel het cnvoldoende op. Daarom is een meer opval- nde provisorische voorziening aangebracht, afwachting van de definitieve spuiverlich- t ng, waarbij op elke pijler een krachtig spui- cht wordt geplaatst. Om vaartuigen en zwem- ers die toch door de stroom naar de sluizen orden getrokken, houvast te geven, is een c ovangwerk aangebracht, bestaande uit ver- ikerde boeien die onderling zijn verbonden c oor een goed zichtbare kurklijn. Ook zal de sart in de onmiddellijke omgeving van de uizen in de toekomst worden verboden, p verzoek van een aantal watersportvereni- ngen en van de afdeling Zwijndrecht van de vereniging Schuttevaer werden bij het begin tn het nieuwe recreatieseizoen drie voor- ihtingsbijeenkomsten belegd, een in Dor- recht, een in Zwijndrecht en een in Rotter- c am. Op deze bijeenkomsten werd voorlich- ,ig gegeven over de nieuwe stromingstoe- and in het benedenrivierengebied. In totaal vamen er 800 belangstellenden. Een belang- jk punt van bespreking was de gewijzigde vestand op de Dordtse Kil en in verband Zoutbeweging Bijna even snel als de veranderingen in de waterbeweging hebben zich wijzigingen in de zoutbeweging voorgedaan. Dank zij de met vele continu registrerende zoutmeters ver zamelde gegevens is het thans mogelijk een beeld te geven van het effect van de afsluiting van het Haringvliet op de zout beweging. Een optimaal resultaat van de zout- bestrijding mag men thans echter nog niet ver wachten. Zolang de Oosterschelde nog open is, blijft immers naast de Rotterdamse Water weg nog een tweede invalsweg bestaan voor het zoute water, namelijk bij de schutsluizen in het Volkerak. De hoeveelheid zout die als gevolg van het schutbedrijf vanuit het Volke rak op het Haringvliet en het Hollands Diep wordt gebracht, is aanzienlijk. Ze is onder meer afhankelijk van het aantal schuttingen, van het verschil in peil aan weerszijden van de sluis en van het zoutgehalte, dat het verschil in dichtheid van het water bepaalt. Duidelijk waarneembaar is de verhoging die ze ver oorzaakt in het zoutgehalte van het water dat van Maas en Waal afkomstig is. Bij Middel- harnis, tegenover de mond van het Spui, zijn zout en zoet water volledig gemengd (figuur 5). Bij lage Bovenrijnafvoeren, als de Haringvliet- sluizen nagenoeg geheel gesloten blijven, is deze ongunstige invloed ook merkbaar langs het Spui en rond de Berenplaat. Op het aan sluitende deel van de Oude Maas wordt ze vervolgens afgezwakt door toevoeging van water uit de bovenloop van de Oude Maas, waarvan het zoutgehalte ongeveer gelijk is aan dat van de Waal. Uit de verzamelde gegevens blijkt dat de voorspellingen omtrent de zoutbeweging in de afgelopen periode voldoende met de werke lijkheid hebben overeengestemd (figuur 6). Ook is de gunstige invloed van het Deltaplan 351

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1971 | | pagina 25