op de zoutpenetratie uit de waarnemingen af te lezen. Na de afsluiting van het Haringvliet is bij de Van Brienenoordbrug geheel voldaan aan het criterium dat het zoutgehalte bij niet te sterke opwaaiing van het gemiddeld zee niveau, gemiddeld over het getij niet hoger mag liggen dan 300 mg Cl/1. Bij de Inlaatsluis te Spijkenisse bleek echter, dat in de periode midden april tot midden juni niet altijd werd voldaan aan het voor de Oude Maas gestelde criterium, dat ter plaatse bij niet te sterk afwij kende getijomstandigheden het zoutgehalte tijdens L.W. niet boven 300 mg Cl/1 mag stijgen. In verband met de genoemde overschrijding van deze 300 mg Cl/l-grens is het volgende van belang. In het Haringvliet bevindt zich tus sen Willemstad en Moerdijk een aantal diepe geulen, die als een natuurlijke zoutvang wer- Foto De Oude Maas ter hoogte van het waterleidingbedrijf op de Berenplaat Fig. 6 Verloop van het zout gehalte bij H.W.- en L.W.- stroomkentering langs de Nieuwe Waterweg en de Nieuwe Maas bij gemiddelde getijomstandig heden op zee en een Bovenrijn- afvoer van 1500 m3/sec., voor en na het in werking treden van de Haringvlietsluizen

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1971 | | pagina 26