jkomend effect, dat de waterstanden op het
ekken erdoor worden verlaagd, met als
i adelig gevolg toeneming van de zoutbelas-
ng door de Volkeraksluizen. Bovendien blijft
r minder zoet water beschikbaar voor de
outbestrijding op de Rotterdamse Waterweg.
1 aarom kan deze afwijking van het Normale
l ozingsprogramma slechts worden toegepast
I ij Bovenrijnafvoeren gelijk aan of hoger dan
i un gemiddelde waarde van 2000 m3/sec., en
can nog alleen in combinatie met continue
l ewaking van het zoutgehalte op de Nieuwe
aas, en vooral ook op de Oude Maas en
l et Spui.
oor zover de scheepvaart het toelaat, wordt
ovendien zoveel mogelijk opperwater uit het
aringvlietbekken door de Volkeraksluizen
aar het zuiden gespuid. Het zoutgehalte aan
c e Volkerakzijde van de sluizen wordt dan
i iger, en daardoor neemt ook het dicht-
l eidsverschil over de sluizen af, en wordt de
Dutbelasting kleiner. Daarnaast worden de
issen alle vloed- en ebdeuren van de schut-
uizen aanwezige luchtbellenschermen, die
c e penetratie van het zoute water moeten
gengaan, aan een grondige revisie onder-
orpen en waar nodig vervangen door nood-
rhermen. Door het zeer drukke scheepvaart-
^rkeer waren de oorspronkelijke luchtbellen-
:hermen voor een deel in het ongerede ge-
akt. Ook wordt getracht door perfectionering
in het technisch systeem, uitbreiding van
f et aantal schermen en een effectieve be-
c ening een groter rendement van deze instal-
i tie te verkrijgen.
i e zoutpenetratie door de Volkeraksluizen zal
rog beter kunnen worden bestreden wanneer
t md 1974 of begin 1975 het inlaatwerk van
f et Zeeuwse Meer in de Volkerakdam gereed
355