Bij hoge rivierafvoeren zou periodiek slib met relatief hoge concentraties van zware metalen van de Rijnkanaalpanden en uit het Haring- vlietbekken op zee geloosd worden en de kustzone verontreinigen. Het onderzoek naar de zware-metalenhuishouding van het slib in dit gebied heeft dan ook een hoge prioriteit gekregen. Daarbij zal worden overwogen of het gewenst is, gerichte maatregelen te nemen ter bevordering van de mobilisatie. Daartoe zijn wel mogelijkheden aanwezig, maar het effect van eventuele maatregelen moet nog nader worden geëvalueerd, mede met betrekking tot de kosten. Behalve zware metalen kunnen aan het slib ook pesticiden gehecht zijn. Het zijn giftige, moeilijk afbreekbare verbindingen, die op het water geloosd worden door landbouw en industrie. De processen die het aanhechten en eventueel loskoppelen van deze stoffen aan het slib in het Deltagebied beheersen, zijn nog onbekend. Onderzoekingen dien aangaande zullen in samenwerking met het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid met kracht ter hand worden genomen. Een derde belangrijk aspect van het slib voor de milieuproblematiek vormt de fosfaat- nitraat-accumuiatie. Door het hoge gehalte aan voedingsstoffen - fosfaten en nitraten - in het water worden optimale condities ge schapen voor organismen die deze voedings stoffen uit het water opslaan in hun lichaams vocht. Bij het afsterven van deze organismen, die men globaal samenvat onder de naam plankton, komt een deel van de voedingsstof fen, in het bijzonder fosfaten, bij de minerali satie op de bodem terecht. Deze stoffen kun nen dan via het bodemvocht in contact komen met bodemdeeitjes, en daaraan gehecht wor den. Op die manier kan een deel van de voe dingsstoffen uit het water in de bodem wor den vastgelegd. De fosfaat-nitraat-huishouding van het slib en de omvang van de accumulatie worden bepaald door bodem-chemische pro cessen. De waterkwaliteit De vorenbeschreven processen van sedimen tatie en consolidatie verbeteren de kwaliteit van het water in het Haringvlietbekken. Samen met het relatief lange verblijf van het water op het bekken wordt deze mechanische zelf reiniging aangeduid als het 'spaarbekken effect'. De invloed van dit effect op de fysisch- chemische, bacteriologische en biologische hoedanigheid van het water is thans nog on voldoende bekend. Aan de hand van ervarin gen elders is het echter wel mogelijk een en ander op te merken over de waterkwaliteit. Water waarin zwevende stoffen sedimenteren zal toenemen in helderheid, terwijl de hoe veelheid onopgeloste organische stoffen, zware metalen, pesticiden en andere veront reinigingen erin afneemt. In de afgelopen periode is het water van het Haringvliet al va i een ongekende helderheid geweest. De licht intensiteit in de diepere waterlagen nam daai- door toe, en tezamen met geringe stroom- snelheden levert die omstandigheid vooral in de zomer optimale condities voor de toe neming in produktiviteit van plantaardige en dierlijke organismen. Een opbloei van kiezel wieren (Asterionella formosa) heeft zich reecs voorgedaan. In hoeverre zulke verschijnselei de kwaliteit van het water nadelig zullen be- 362

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1971 | | pagina 36