nachtdienst gewerkt, met een onderbreking van 21 tot 28 april, toen alleen de dagdienst draaide om het doorstroomprofiel van het zuidelijke sluitgat niet te vroeg te vernauwen. Het werk tempo werd toen afgeremd om te hoge stroomsnelheden in de Hompelgeul en in het noordelijk sluitgat te vermijden, die hinder lijk zouden zijn geweest voor de manoeuvres met de caissons. Vanaf 10 mei werd alleen het dagbedrijf nog maar voortgezet, hoofdzakelijk om de beide krui nen van de blokkendam op hoogte te brengen. De ooste lijke kruin was als eerste over de gehele lengte op de ge wenste hoogte, en wel op 17 mei. Op 28 mei werden de laat ste blokken gestort in de weste lijke kruin. Het bedieningspersoneel van de kabelbaan werd ten dele tewerk gesteld bij ander werk van de aannemer. Een aantal gondels met personeel werden bedrijfs klaar gehouden voor het geval er stormschade aan de blokken dam zou worden veroorzaakt. Deze stand-by-periode eindigde eind juni, toen het zandstort aan de zeezijde de Schouwense oever bereikte, en het Brouwers- Kabelaansluiting in het zuide lijk sluitgat In totaal werden ongeveer 150 000 blokken met behulp van gondels van de kabelbaan ge stort. Tot 8 mei werd in dag- en terrein van het damvak Kabbe- laarsbank, en later per auto over de caissons afgevoerd naar het voormalige bouwdok nabij Zonnemaire. Ook de stalen con- structiedelen van de lierbor dessen en de lieren, elektro motoren, hijskabels en derge lijke werden na demontage af gevoerd naar het bouwdok. De Phoenixcaisson, die als reservecaisson zou kunnen die nen, en die voor de aanvang van de sluitingsoperatie in de vluchthaven Zijpe aan de grond was gezet, is er niet aan te pas gekomen. Hij werd inmiddels weer drijvend gemaakt, naar de Schelphoekkom gesleept, en daar aan de grond gezet. 376

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1971 | | pagina 50