drijven met percelen in de Eendracht, het
water tussen Tholen en Noord-Brabant. De
huur van deze percelen werd in 1968 niet
verlengd, in verband met de aanleg van de
Schelde-Rijnverbinding, die door de Eendracht
voert. Strikt genomen vielen de gedupeerden
niet onder de Deltaschaderegeling, maar
moesten zij compensatie zoeken krachtens
een voor deze zaken tussen Nederland en
België gesloten tractaat. De schade-uitkering
zou in dat geval veel minder bedragen. Wer
den er geen Deltawerken uitgevoerd, dan
zouden deze kwekers nieuwe percelen zijn
aangeboden in de Oosterschelde; vanuit deze
veronderstelling beschouwt men ze nu ook
maar als voor de Deltaschadewet in aanmer
king komende gevallen. Men telt een honderd
tal getroffen visserijbedrijven die niet aan
schelpdierteelt doen, daarin meegerekend de
Zoutkamper vissers die schade ondervinden
van de afsluiting van de Lauwerszee, en ook
de aan de visserij aanverwante bedrijven. Aan
alle visserijbedrijven gezamenlijk zal naar
schatting ongeveer f70 miljoen moeten
worden uitgekeerd.
Griend-, riet- en biezentelers treft men vooral
aan in de Biesbosch en in het Land van
Altena. De condities die deze cultures hier
mogelijk maakten, die van een zoetwater-
getijdendelta, zijn door de werken van het
Deltaplan goeddeels weggenomen. Praktisch
zorgen nu alleen de variaties in de boven-
afvoer en de manipulaties met de uitwaterings
sluizen in het Haringvliet nog voor een schijn-
getij van veel minder amplitude dan het
oorspronkelijke. Op de laagst gelegen ge
bieden, de slikken die voorheen met elk getij
onderliepen en weer droogvielen, placht men
biezen te kweken; de iets hoger gelegen
gorzen waren geschikt voor de teelt van riet,
en nog verder opgehoogde gronden voor het
verbouwen van griendhout. Deze laatste gron
den werden laag bedijkt, zodat ze alleen bij
hoge vloeden nog overstroomd werden. De
veelvuldige afzetting van een nieuwe sliblaag
was voor de biezen-, riet- en griendteelt van
vitaal belang. De problemen van de telers in
dit gebied zijn thans drieërlei: de natuurlijke
voorwaarden voor hun teelt gaan achteruit,
hun vervoerskosten gaan omhoog omdat hun
cultuurgronden thans minder goed over water
bereikbaar zijn geworden, en met de groeien
de toepassing van kunststoffen in de water
bouw neemt de vraag naar hun produkt verder
af. Er zijn 160 bedrijven rechtstreeks bij het
probleem betrokken, daaronder dus ook ge
rekend afnemers, zoals rietmattenfabrieken.
De kosten van de maatregelen in deze
bedrijfstak worden volgens het huidige prijs
peil geschat op f35 miljoen.
De totale kosten, voortvloeiende uit de Delta-
schadewetgeving, komen dan op f200 a 250
miljoen, dus nog geen 10% van de totale
kosten van de Deltawerken.
De interdepartementale 'commissie ex art. 8',
waaraan de voorbereiding van de Delta-
schadewetgeving werd opgedragen, heeft veel
tijd nodig gehad voor haar werk. Ze moest
niet alleen de grondslagen leggen voor de
uiteindelijke wetgeving op dit gebied, maar
ook in tussentijds opkomende gevallen advies
verstrekken over tijdelijke of definitieve aan
passingsregelingen die niet konden wachten
op de totstandkoming van de wet. Zo heeft zij
de raad gegeven, de havens van Veere en
Arnemuiden, die al in 1961 van de zee werden
afgesloten, ten bate van de vissersvloot te
doen vervangen door een nieuw aan te leggen
haven te Colijnsplaat (Bericht nr. 12, mei
1960). De bijna twee decennia die nog zouden
verlopen voor ook die haven door een dam
van de zee zou worden afgesloten, rechtvaar
digden de investering.
In één categorie van schadegevallen, die van
de oesterkwekers, is tot vooruitlopende wet
geving overgegaan, omdat speciale omstan
digheden noopten tot voortijdige liquidatie var
een aantal bedrijven. Op de oesterkwekerijen
lag na de ongunstige uitkomst van het onder
zoek naar andere kweekgebieden dan de
Oosterschelde (Bericht nr. 24, mei 1963) de
doem van bedrijfsbeëindiging. De winter van
1962 op 1963 was zo streng, dat een groot
deel van de oesters in de Oosterschelde
doodvroor. Had het nog zin de door de vorst
vrijwel geruïneerde kwekers de schade te
laten herstellen, in het vooruitzicht dat ze hun
bedrijf een jaar of tien later evenwel voorgoed
zouden moeten sluiten? Beter leek het, de
getroffen bedrijven onmiddellijk na de oester
ramp de mogelijkheid te bieden tot liquidatie,
onder aanbieding van een tegemoetkoming in
de geleden vermogens-, bedrijfs- en belasting-
schade, overeenkomstig de normen die later
ook in de Deltaschadewet zijn neergelegd. De
door de vorst verloren gegane oestervoor-
raden werden voor 60% vergoed, althans tot
een bedrag van f 50 000; daarboven voor 50%
(wet van 16 september 1966). De oesterkweke'
was overigens geheel vrij in de besteding van
het hem uitbetaalde. Sommige kwekers gingen
door met hun bedrijf, en hun initiatief is de
afgelopen jaren door de resultaten gehono
reerd; mede natuurlijk omdat door de Wet
Schade Oesterkwekers een belangrijke sane
ring in hun bedrijfstak was uitgelokt. Het
spreekt vanzelf dat deze oesterkwekers bij de
onvermijdelijke liquidatie van hun cultures
334