en zocht naar een mogelijkheid het nieuwe
zinkstuk te beproeven op ware grootte. De
gelegenheid tot zo'n proef deed zich voor in
de stortkom van de Maasstuw bij Roermond.
De uitkomsten van de proeven op ware
grootte lagen nog iets gunstiger dan die van
de modelproef, en in de praktijk waren de
ervaringen met deze constructieverbetering
van het zinkstuk zo goed dat de dikke wiepen
later weer werden toegepast bij de dichting
van de stroomgaten op Walcheren en daarna
nog bij de afsluiting van de Brielse Maas.
De verbetering was overigens maar betrekke
lijk. Veel bezwaren die aan het klassieke zink
stuk kleven voor het gebruik op grote schaal
en onder extreme omstandigheden, waren er
nog niet door verholpen. Het vervaardigen
van een klassiek zinkstuk is tijdrovend werk,
evenals het bestorten ervan, waarvoor boven
dien grote hoeveelheden steen benodigd zijn.
De dichtheid van een klassiek stuk onder
zware stroom is namelijk voor een belangrijk
deel afhankelijk van de steenbestorting; op de
steenlaag bij sterke stroom zou kunnen wor
den bezuinigd als het zinkstuk zelf van een
dichtere constructie was. Voorts is de manier
waarop een klassiek zinkstuk aan de grond
wordt gebracht, erg tijdrovend. Dat kan name
lijk alleen geschieden bij geringe stroom, dat
wil in tijwateren zeggen op of omstreeks de
kenteringen. In enkele belangrijke opzichten
was er dus, bij al die afsluitingen in de eerste
helft van deze eeuw, nog niet veel aan het
aloude zinkstuk veranderd. Het bleef een
sterk in de traditie geworteld ambachtelijk
werkstuk, waarop de moderne technologische
ontwikkelingen nog geen vat hadden kunnen
krijgen. Een principiële wending, zoals die
n de sluitingsmethodieken tot stand kwam
sinds de dichting van het stroomgat bij de
Nolle, kon vooralsnog in de ontwikkeling van
de bodembescherming niet worden ge
forceerd. Pas met de uitvoering van de Delta
werken werden nieuwe wegen gebaand.
Vanaf de aanvang van de Deltawerken was
het duidelijk dat met de bestaande bodem
beschermingsconstructies en werkmethoden
niet kon worden volstaan, zowel vanwege de
zwaardere eisen die werden gesteld als van
wege de grote hoeveelheden die bij de Delta
werken nodig zouden zijn. Er is dan ook
onmiddellijk een begin gemaakt met de ont
wikkeling van nieuwe materialen en werk
methoden, waarbij de uitvoering van elk
volgend werk werd gebruikt om nieuwe moge
lijkheden in de praktijk te onderzoeken. Deze
ontwikkeling heeft ertoe geleid dat er thans
drie typen bodembescherming ter beschikking
staan, die ieder voor zich aan hoge eisen
voldoen, en die als gevolg van hun specifieke
eigenschappen in één of meer dan één onder
deel van een sluitgat kunnen worden toe
gepast. Deze drie typen zijn: gemoderniseerde
zinkstukken, gegradeerde steenbestortingen
en asfaltmastiekbekledingen.
Over het klassieke zinkstuk nog een paar
opmerkingen. Is bij een niet-turbulente over
trekkende stroom nog zanddichtheid te be
reiken bij stroomsnelheden tot 4 a 4,5 m/sec.,
zodra er wervelstraten optreden, die opgewekt
kunnen worden bijvoorbeeld door de land-
hoofden van een sluitgat, gaat er al bij stroom
van 2 a 3 m per seconde zand door de mat
heenlopen. Bij toepassing van een zinkstuk
onder een caisson of sluitkade is de stroming
door het zinkstuk als gevolg van het verval
over de drempel maatgevend. Al bij kleine
verhangen, in de orde van grootte van 4
begint zand tussen de wiepen van het onder
waterwerk op te warrelen, en daarna wordt
het door het hele rijshoutpakket heen mee
gevoerd. De kritieke waarden die hier werden
genoemd in verband met overtrekkende
stroom en verhangen kunnen in het Dalta-
gebied in sluitgaten plaatselijk worden over
schreden. Als het niet lukte het zinkstuk zand-
dichter te maken, zou het voor de Deltawerken
slechts in zeer beperkte mate bruikbaar kun
nen zijn. Op uitgebreide schaal is getracht
de zanddichtheid te vergroten door kunststof
weefsels in het rijshouten pakket op te nemen.
Het lag voor de hand om weefsels te kiezen
met een maaswijdte kleiner dan de korrel
diameter van het zand dat men wilde tegen
houden. Dergelijke weefsels bleken echter al
bij aanwezigheid van heel kleine percentages
slib in de bodem verstopt te raken, en prak
tisch ondoorlatend te worden, niet alleen voor
415