Tot 23 april waren de ontgrondingen ver
beneden het minimaal voorspelde gebleven,
en het was dan ook een verrassing dat ze in
de laatste fase, na sluiting van de caisson-
schuiven, plaatselijk zo snel toenamen dat ze
de maximaal voorspelde waarden teboven
gingen. De afschuiving was daarvan een ge
volg.
De nauwkeurigheid van de peilgegevens en
de snelheid waarmee ze werden verkregen
liet te wensen over vanwege de moeilijke
omstandigheden bij de metingen in de laatste
fase, die werden veroorzaakt door de grote
stroomsnelheid en de sterke turbulentie van
het water. De peilingen brachten meer infor
matie over de bodemtoestand bij elkaar dan
ooit bij een dergelijke gelegenheid was ver
kregen, maar de peilfrequentie was zo hoog,
dat grondmechanische interpretatie alleen met
4
Fig. 4 Gemeten verdiepingen
en gemeten en voorspelde
ontgrondingsdieptes in het
zuidelijk sluitgat
A de opbouw van de blokken-
dam
B de ontwikkeling aan de oost
zijde van het sluitgat
C de ontwikkeling aan de west
zijde van het sluitgat
Fig. 5 Gemeten verdiepingen
en gemeten en voorspelde
ontgrondingsdiepten in het
noordelijk sluitgat
D de uitbouw van de caisson
reeks
E de ontwikkeling aan de oost
zijde van het sluitgat
F de ontwikkeling aan de west
zijde van het sluitgat
5-8/5
16 - 24 DEC 1971
20 - 23 APR 1971
23 - 29 APR 1971
3 - 6 MEI 1971
10 - 13 MEI 1971
PYLOON
ONTGRONDINGSDIEPTE
MAX VOORSP ONTGRONDINGSDIEPTE
430