dus naar zijn omvang gezien een flinke sprong ten opzichte van alle voorgaande werken. Deze schaalvergroting heeft voor een groot aantal aspecten van ontwerp en uitvoering vèrreikende gevolgen. Gelukkig kon men daarbij toch voortbouwen op een schat van ervaring en lering die men bij voorgaande werken heeft kunnen opdoen. Alle hier ge noemde werken zijn binnen een vrij kort tijds bestek op elkaar gevolgd; die periode van nauwelijks 40 jaar kan thans nog voldoende duidelijk worden overzien; de ervaring van het ene werk kon betrekkelijk gemakkelijk, veelal door persoonlijke contacten, worden overgedragen aan de ontwerpers en uit voerders van het volgende - en al die factoren dragen er toe bij dat de verkregen ervaring maximaal kan worden uitgebuit. De ingenieurs die de Zuiderzeewerken ontwierpen, hebben hun inzichten en ervaringen ter beschikking kunnen stellen van de droogmaking van Walcheren in 1945, de herstelwerken van de ramp van 1953 en daarna ook weer van de Deltawerken. In de Deltacommissie zaten enkele ingenieurs die hun sporen hadden verdiend bij de Zuiderzeewerken. En zulke verbindingen lagen er niet alleen bij de directie, maar ook in de aannemerswereld. Hiermee vergeleken bevonden de waterstaats ingenieurs en de aannemers die destijds waren belast met het ontwerp en de uitvoering van de afsluiting van de Zuiderzee zich in een veel moeilijker positie. Zij konden niet terug grijpen op ervaringen met soortgelijke werken in het nabije verleden. Het enige werk waar uit men voor de Zuiderzeewerken enige lering kon trekken, was de afsluiting van het Sloe in 1871. Dit werk lag toen echter ruim 50 jaar terug, en de gegevens die er nog van konden wor den achterhaald, waren naar moderne maat staven gemeten slechts zeer summier. Daarbij komt dat het algemene peil van de water bouwkundige wetenschappen in 1870 aan zienlijk lager lag dan in 1930, en dat de mogelijkheden van de toen gangbare con structies en van het aannemersmateriaal veel minder stoutmoedige uitvoeringswijzen toe lieten. De ontwikkeling waar men thans dank baar de vruchten van plukt, is eigenlijk pas door de Zuiderzeewerken ingeleid. Ir. V. I. P. de Block van Kuffelen, toenmalig hoofd der Zuiderzeewerken, sprak in 1930 ten besluite van een lezing over deze werken voor het Koninklijk Instituut van Ingenieurs: 'Bagger en zinkwerken staan in het algemeen bij meer wetenschappelijk werkende ingenieurs niet in hoog aanzien. Wanneer echter, gelijk in het onderhavige geval, de omstandigheden er toe leiden, dat het nodig is deze werken onder geheel bijzondere omstandigheden zodanig uit te voeren, dat zij veilig moeten zijn tegen stroomaanvallen die veel sterker zijn dan gebruikelijk is, en niet meer eenvoudig ge steund kan worden op een sedert lang ver kregen ervaring, dan blijkt wel dat ook op dit gebied een wetenschappelijk onderzoek onontbeerlijk is'. Het aanzien van bagger- en zinkwerken is bij de 'meer wetenschappelijk werkende ingenieurs' inmiddels flink gestegen. In de laatste halve eeuw is de natte waterbouw kunde meer en meer toegankelijk gemaakt voor een wetenschappelijke aanpak; de Zuiderzeewerken hebben daarbij een belang rijke pioniersrol vervuld. De ontwikkeling van de waterbouwkunde vertoont immers een sterke wisselwerking tussen praktijk en theorie; voor de vorming van wetenschappe lijke theorieën blijft het een weerbarstige materie; het is zeer moeilijk de complexe en vaak uitgesproken grillige verschijnselen die de waterbouwkundige ingenieur in de natuur ontmoet, in formules op te vangen en aan schematisering te onderwerpen. Zoals men weet wordt bij dit werk gebruik gemaakt zowel van wiskundige benadering als van simu lering der verschijnselen in hydraulische modellen. Hoewel men op beide wegen nog vele moeilijkheden ontmoet kan de ontwikke ling op deze terreinen sedert de uitvoering der Zuiderzeewerken spectaculair genoemd worden. Ook de vooruitgang van de tech nologie, zowel voor wat betreft nieuwe toe passingen van bouwmaterialen als wat de ontwikkeling van nieuw materieel aangaat, heeft sterk bijgedragen tot de verhoging van het waterbouwkundig peil. Men ziet ook hier een proces van wisselwerking: nieuwe, grotere werken waren aanleiding tot de ont wikkeling van nieuwe constructies en nieuw materieel, die dan op hun beurt weer hun stempel drukten op latere ontwerpen, waarin met de nieuwe mogelijkheden rekening kon worden gehouden. In velerlei opzicht heeft de waterbouwkunde zo in de loop der laatste decennia een nieuw aanzien gekregen. Er is een zichtbaar verschil tussen de Afsluitdijk, die nog met een grasmat bedekt is, en de met asfalt beklede dam door het Brouwershavense Gat; een nog groter verschil bestaat tussen de manieren waarop de stroomgeulen in het tracé van beide dijken werden gedicht. In de Zuiderzee werd het beeld in sterke mate bepaald door grote keileemkranen, terwijl in het Brouwershavense Gat de silhouetten van kabelbaan en caissons overheersten. 388

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1971 | | pagina 6