namelijk niet horizontaal te liggen - en dat plaatselijke reacties op de drempel bij een geleidelijke sluiting dus beperkter zullen kunnen zijn. De caissonsluiting heeft echter weer het voordeel, dat daarbij, - de drempels eenmaal aanwezig - het geulensysteem verder zo lang mogelijk nagenoeg onaangetast blijft. De feitelijke sluiting wordt in dit geval geconcentreerd op één kort moment, het sluiten van de schuiven, dat zo goed mogelijk kan worden gekozen en voorbereid. Bij de caissonsluiting is dus uiteindelijk het over rompelingseffect groter en krijgt de stroom minder kans zich te weer te stellen. Op grond van deze simpele overwegingen kon de keus van de afsluitingsmethode - met caissons of geleidelijk, of mogelijk een com binatie van beide, zoals bij de Grevelingendam, bij het Brouwershavense Gat en eigenlijk ook bij het Haringvliet werd toegepast - nog niet worden gemaakt. Daarvoor was het nodig beide methoden uitvoeriger te analyseren en de daar bij naar voren komende verschillende aspecten nader te betrekken op de feitelijke situatie zoals die zich in de Oosterschelde voordoet. Bij dit nader onderzoek is niet gebleken dat een van beide methoden zich uit zuiver tech nische overweging zeer uitdrukkelijk als de beste presenteert. Beide hebben ten opzichte van de andere hun voor- en nadelen, hun mindere en meerdere risico's, die echter kwantitatief niet steeds precies tegen elkaar kunnen worden afgewogen. Met name was het moeilijk sommige waterloopkundige aspecten af te wegen tegen daarmede strijdige desiderata die uit het oogpunt van de uitvoering moesten worden gesteld. Een verdere voortzetting van dit onderzoek, bijvoorbeeld met voortgezet modelonderzoek en nadere becijferingen, zou ons op dit punt niet veel verder meer kunnen brengen, en de afweging van pro's en contra's moest dan ook voor een belangrijk deel op ervaring en praktisch inzicht worden gebaseerd. Het spreekt vanzelf, dat bij het afwegen ook de tijdsfactor en de financiële aspecten niet buiten beschouwing konden worden gelaten; ja zelfs zijn het, omdat technische mogelijk heden en risicoberekeningen niet voldoende waren om een beslissing te dicteren, uiteindelijk voor een belangrijk deel de factoren tijd en geld geweest die de keuze hebben bepaald. Gekozen is voor een geleidelijke en gelijk tijdige sluiting van alle drie de hoofdgeulen van de Oosterschelde, waarbij zoveel mogelijk andermaal gebruik zal worden gemaakt van onderdelen van de twee kabel banen met bijbehorende motorgondels die eerder hebben dienst gedaan bij de sluiting van de Grevelingen en het Haringvliet, respectievelijk bij die van het Brouwers havense Gat. Men stelt zich voor een nieuwe baan te bouwen over de Roompot, en van de twee al bestaande banen de nog geschikte onderdelen weer te gebruiken bij de opbouw van kabelbanen over de Schaar van Onrust en over de Hammen. Uiteraard betekent her gebruik van materieel een financieel voordeel. Daarnaast is de tijdsfactor van meer dan gewone betekenis, omdat door de afsluiting van het Volkerak in de wateren ten zuiden van de afsluitdam een stromingssituatie is ontstaan die bij lang voortduren toenemende risico's met zich zou brengen. Er is in deze Berichten al meer op gewezen dat in de wateren onmiddellijk ten zuiden van de dam de hoogwaterstanden aanmerkelijk zijn ver hoogd en de laagwaterstanden verlaagd. Dit heeft een aanpassing nodig gemaakt van de langsgelegen dijken. Deze aanpassingen dragen echter slechts een tijdelijk karakter. Een tweede factor is, dat op het traject Zijpe- Oosterscheldemond de snelheid van de eb- stroom belangrijk is toegenomen, plaatselijk zelfs met 25 °/o. Aanmerkelijke verdiepingen en geulverplaatsingen zijn hiervan het gevolg, en waakzaamheid is daarom geboden. Hoe korter dan ook de periode tot de afsluiting van de Oosterschelde duurt, hoe beter. Aan de hand van de thans beschikbare gegevens wordt verwacht dat een geleidelijke sluiting sneller te realiseren zal zijn dan een caisson sluiting, en deze overweging heeft dan ook mede bijgedragen tot de keuze van de te bezigen sluitingsmethode. Een van de voordelen die de methode der geleidelijke sluiting biedt, is dat men minder dan bij de caissonsluiting gebonden is aan één bepaald hulpmiddel. In beginsel is het bijvoorbeeld mogelijk om, nadat de basis van de afsluitdam in de diepere gedeelten met behulp van onderlossers en steenstorters is aangebracht, ook bij de verdere geleidelijke opbouw van de sluitkade naast of in plaats van een kabelbaan vaartuigen en ander drijvend materieel te gebruiken. Recentelijk is ook de mogelijkheid onder zocht om het bouwmateriaal vanuit de lucht af te werpen; over de proef die daartoe met een helikopter is gedaan, worden elders in dit nummer mededelingen gedaan. Het ligt vooralsnog niet in het voornemen een van de hier genoemde alternatieve mogelijkheden toe te passen in plaats van een kabelbaan; mocht het gekozen systeem echter door onvoorziene oorzaken gedurende een kritieke periode falen, dan zouden zij wellicht uit komst kunnen bieden. 450

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1972 | | pagina 12