Fig. 3. Verloop van de snel
heden in het noordelijk sluitgat
volgens modelproeven, berich
ten en natuurmetingen; op 27
april (boven) en op 1 mei 1971
(beneden)
de laatste. Het zijn beide extremen, in die zin
dat op 27 april een zeer groot verschil werd
opgemerkt tussen de gemeten en voorspelde
kenteringstijdstippen - niet minder dan
16 minuten! terwijl het verschil op 1 mei
opvallend klein was. De afbeeldingen 2 en 4
geven het verschil weer tussen het voorspelde
en het gemeten getijverloop. Duidelijk ziet
men dat het water op 27 april bij de meetpaai
BG VII veel sneller steeg dan was voorspeld,
waardoor het kenteringstijdstip in het noor
delijk sluitgat ten opzichte van de voorspelling
werd vervroegd.
Hoe is de overeenkomst tussen het voor
spelde en het in de natuur gemeten horizon
tale getij in het noordelijk sluitgat nu in het
algemeen geweest, in vergelijking met bij
voorbeeld die in het Volkerak in 1969? Om dat
te zien moet men Bericht 49 (augustus 1969)
- HYDRMODEL PROEF GEL'JKE RAND -
- DELTAR PROEF VOORWAARDEN
- DELTAR PROEF
- VOORSPELLING, A AN CAISSON
- NATUUR
3e BERICHT
473