bouwen vóór een van de oude sluizen buiten gebruik werd gesteld, behoefde men niet op andere wijze, bijvoorbeeld door middel van bemaling, in de afwatering te voorzien. Het dwarsprofiel van het 2600 m lange nieuwe dijkvak is niet overal gelijk. Het verschil in ligging ten opzichte van de stormstreek ver klaart waarom de kruinhoogte van het dijk- gedeelte westelijk van Nol Zeven ligt op N.A.P. 10 m, en de buitenberm er 10 m breed is, en de kruin oostelijk van dit punt op N.A.P. 8 m, bij een buitenbermbreedte van 6 m. De buitenberm ligt overal op N.A.P. 5,65 m. Het beloop van de buitenzijde van de nieuwe dijk heeft een helling van 1 :3,5; het binnen- beloop kreeg een helling van 1 3. De al aanwezige glooiing werd met 20 cm dikke betonblokken opgetrokken tot de hoogte van de buitenberm, waar ze nog over een breedte van 3 m werd voortgezet. Op de 10 tot 25 m brede binnenberm werd een 4 m brede onderhoudsweg aangelegd. De voor de zandkern benodigde ruim 700 000 m3 zand werd gezogen in de Wester- schelde, aan de rechteroever van het Vaar water langs Hoofdplaat. De ongeveer 80 000 m3 klei voor de bekeding van het buitenbeloop, de buitenberm en de kruin werd verkregen door een gedeelte van een binnendijk in de omgeving tot maaiveldhoogte af te graven. De over dit dijkgedeelte lopende grind- en asfaltweg is na de afgraving herlegd. Onge veer 58 000 m3 klei, nodig voor de bekleding van het binnenbeloop, werd verkregen uit afgraving van de oude dijk en uit het door het nieuwe werk in beslag genomen terrein. De kleilaag is aan de buitenzijde en op de kruin 80 cm dik, en op het binnenbeloop 60 cm. Tegelijk met de dijkversterking werden enige andere werken uitgevoerd. Bij het herzetten van de bestaande glooiing werd de Vilvoordse steen vervangen door zuilen bazalt. Buitendijks werd een suatiegeul gegraven voor de nieuwe uitwateringssluis. De oude sluis, die uit mondde in de haven van Hoofdplaat, is ge sloopt, en de spuikom gedempt. In de Hoofd plaatpolder werd een nieuwe hoofdwater leiding gegraven en ook de rioolwaterafvoer werd aangepast aande gewijzigde situatie. Vanaf het rioolgemaal tot aan het nieuwe lozingspunt aan de kop van de westelijke havendam ligt nu een nieuwe afvoerleiding, terwijl de capaciteit van de pompinstallatie is vergroot. Het werk, waarmee in 1969 een begin werd gemaakt en dat voorjaar 1971 werd voltooid, was over een groot aantal bestekken verdeeld. De kosten hebben bij benadering 7 miljoen gulden bedragen. 490

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1972 | | pagina 52